Second Journey (MS 107/1/1-2)
6th January 1778
transcription
[6th January 1778]
6
gepasseerde nagt sterk gedawt, so als het gemeenlyk doet als het stil mooy weer is en na de maan middernagt ondergaat. seer mooy weer oostelyk lugtje. vertrok o z o aan om de rivier op te zoeken schoten hier een spring bok, kwetsten een hartebeest. na een groot uur rydens zag enige schapen, waarna toe reed, en in een wagenspoor komende, kwamen wy aan de plaats, van enen botha, reed van hier te paart z:o: om de kleine visrivier kinka by de hottentotten in de grote te zien lopen, een uur z:o: aan gereden zag zulks, en dat men om een regte limiet scheiding te maken ene plaats te ver uitgegeven had.
de grote visrivier komt hier met vele drajen uit het n:t en de kleine uit het westen langs een tamelyk hoog gebergte, waardoor een port door het welk de wagen stuurde, na de oorspronk der bosjesmans rivier die in die zelve bergen daar de kleine en grote visrivier in een lopen, begint. op dese poort hebb
[page 17]
de gecommitteerde de bake geset die met de bake by bruins hoogte swellendam ten zuiden en stellenbos ten noorden scheid. reed hier door caro, gras en gebroken veld, en veel spek en doornbossen, de kleine vis rivier doorgereden zynde, dit gebergte op, (hier houden vele rhinosters en buffels, zo als aan spoor en mist zag, dog trof gene aan.) en peilde boven zynde, erasmus, in het n:n:w: myn verdere coers, z:o: half o: t:o zag dat de rivier hier regt oost aanliep, dog naderhand digter na dit oost aan lopende gebergte zuidelyker liep, quam door een diepe valey, berg op berg neer met vele drayen omtrent twe uren, aan de plaats van enen besuiden houd, by een der spruiten van bosjes mans rivier, vertrok van hier verder dese spruit dikwils passeerende eerst meest z: aan een groot uur daar na een der romanesquste poorten door dewelke ooit gesien heb, waardoor dese spruit loopt. dese duurde een groot half uur, zynde. hoog een geen snaphaan schoot onder breed, dog boven wyder de inspringende hoeken pasten op een volgens buffon zou het water hem geformeert hebben, de stratas, lagen veel horisontaal, dog aan het begin, schoon horisontaal geweest eer het gebergte er was, lagen zy byna perpendiculair, en ik denk dat dese kloof door een aardschok geformeerd is. sy was aan weersyden zeer met bossen begroeid, vooral de euphorbia boom. hiete dese cloof de natuuralisten onderzoekers cloof, zy draaide van het zuiden na het zuid oosten, zag er enige zogenaamde dasjes en hoorde enige bavianen. verder z:oost aan rydende vond de wagen, met dewelke het nu byna zons ondergank zynde, by de plaats van eener pieter Joubert uitspande, daar een trop caffers vond, dewelke ik een spring bokke bout en wat tabac gaf daar zy zeer over verheugt waren.
het is van daag zeer heet geweest, byna geen wind tussen het gebergte, dog z:o: sagt. boven op de distantie en cours moet omtrent ses uren z:o: t o zyn dog meer door drajen. al het zelfde terrein ook klippig.
translation
[6th January 1778]
6
There was a heavy dew last night as usually happens when there is calm, fine weather and when the moon goes down at midnight. Very fine weather with an easterly breeze. Departed east-south-east to find the river. We shot a springbok here and wounded a hartebeest. After riding for a good hour saw some sheep which I rode towards and coming upon a wagon track we reached the farm of a certain Botha. Rode south-east from here on horseback to see where the Little Fish River, 'Kinka' in the Hottentot language, runs into the Great Fish. This I saw after riding south-east for an hour, and also that a farm had been granted too far out in order to make a straight boundary-division.
The Great Fish River comes here from the north with many bends, and the Little Fish flows from the west along a fairly large mountain range, through which there is a defile which I sent the wagon through towards the source of the Bushmans River, which rises in the same mountains where the Little and Great Fish Rivers flow together. At this defile
[page 17]
the committee members have placed the beacon which, together with the beacon at Bruijntjeshoogte, divides Swellendam to the south from Stellenbosch to the north. Here rode through karoo-like grass and broken veld here with many spek- and thorn-bushes. Having ridden through the Little Fish River and onto the mountain range (there are many rhinoceros and buffalo around here as I saw from footprints and droppings, though I didn’t come across any) I took bearings from the top on Erasmus to the north-north-west. My further route is south-east by east. Saw that the river ran due east here, but that it later ran more to the south, close to this range which runs east. Reached the farm of a certain Bezuidenhout, on one of the tributaries of the Bosjemans River, after having travelling through a deep valley for about two hours, with mountain upon mountain and many bends. Departed from here mostly south at first, crossing this stream often. A good hour after that we came to one of the most romantic defiles I have ever seen, through which this stream runs. This lasted a good half hour. It was high and not quite a musket shot wide at the bottom, though it was wider at the top. The interlocking spurs of the mountains fit into each other; and should have been formed by water, as Buffon has it. The strata lie very horizontal but at the start they stand almost perpendicular, although they may have been horizontal before there was a mountain there; and I think that this ravine was formed by an earthquake. It was closely covered with bushes on both sides, especially by euphorbia trees. Called the kloof the Naturalist's Kloof. It curved round from the south to the south-east. I saw several so-called dassies in it and heard some baboons. Riding on further south-east I found the wagon with which, since it was nearly sunset, we outspanned on the farm of a certain Pieter Joubert. Found a band of Caffres there to whom I gave a springbok haunch and some tobacco and they were very happy with this.
It was very hot today with almost no wind between the mountains, but there was a soft south-east wind. On the top the distance and route must be about six hours south-east by east but longer on account of bends. The same terrain everywhere and also stony.