Journals

Second Journey (MS 107/1/1-2)

26th October 1777


transcription

[26th October 1777]
26

vervolgden onse coers oost langs de zelvde rug na grootvades bos twe uuren van coesters valey. al dit terrein is sware klei ook swarte vegetale aarde klinkende op veele plaatsen hol, en zou met zeer veel succes, meer land gecultiveerd kunnen worden, leggende in een aangenamen oord.
*[in margin:]*kwamen omtrent tien uren s'morgens by de vee plaats het groot vaders bos genaamt een half uur west van het bos daar wy onse paarden vonden. tussen coetsers valey en deze plaats is een voet pad over de grote keten de tradouw genaamt zynde een hottentots vrouwe pad.
gingen om het bos uit te tekenen, het was zeer glipperig door de regen. zodat wy dikwils met de paarden byna tegen de grond vielen
by het bos komende vonden alle bergen zeer betrokken. met zwaare regen buien, zo dat wy dooreden latende het bos, op een half uur aan onse linkerhand leggen; dit bos is omtrent vier uren in den omtrek, legt in dalen en op heuvelen, die digt aan de zuid zyde der grote keten uitspringen. in het zelve staan grote bomen, van geel, stink, yser en assagaay en andere soorten. dog het bos lykt niet veel meer als kreupel bos, tot dat men er in gaat, veroorsaakt door de naby zynde bergen en hoge heuvelen
voorby het bos zynde, lieten de wagen regts af het grote wagen pad passeren en gingen, regt uit een grote steilte

[page 28-29]
af langs de vee plaats van eenen de prè, passerende veel aloes succotrin die in menigte op de heuvels groeiden, [in margin:] ook veele doornbomen zynde de mimosa nilotitia
rydende regts langs de zogenaamde duivenhoks rivier, dewelke in en omtrent grootvaders bos, in het hottentots, ćaïnshi neuj of blinde vliegen bos genaamt, zyn oorsprong heeft, en zuidelyk een grote dag reisens van deze zyde der vis baay, in zee loopt. dese rivier is mede klein, dog kwaad in regens.t passeerden nog vier plaatsen die langs dese rivier, een groot uur van een leggende, kunnende hier nog veel land gecultiveerd worden, reden door de rivier die niet diep was, agter de plaats van roelof van wyk, en na enigen hooge heuvels die door de regen zeer glad waaren zynde swaare kley, gepasseerd te zyn reden wy een groote heuvel op, dewelke na een uur gepasseert te hebben, kwaamen wy in de streek egypten genaamt, bestaande in vier plaatsen, omtrent een groot uur van elkander in de dalen gelegen die digt uit de grote keten uitspringen, wy quamen by de plaats van Holtzhouzen en een diep dal gelegen, hebbende de grote keten ten noorden waarover hier een moeyelyk wagenpad, de platte cloov genaamt, gaat, hier vonden wy een zeer goed huis wel gemeubileert en van alles wel voorzien. ook excellente oranjes en citroenen
Wordende wy zeer vriendelyk van holtzhousen ontfangen. van swellendam tot hier leven de landlieden van vee en boter, ook maken enigen, spaanse seep. het graan kan de vragt niet goed maken. de wyn is als alle overbergse wyn, er is weinig onderscheid in het terrein zedert hottentots holland, alles rotsig zomtyds gravel. en kley grond zeer weinig zand, zomtyds witte, gele en roode. het gras groeid veelt aan bosjes en word zuur gras, door de boeren geheten, en niet door het vee gesmaakt. hebben van daag agt a negen uren oost op van coetsers valey geavanceert.

den 26

[hette smorg: om agt] [s’middags 12] [s’avonds ses] [en agt uur]
56 62 54 [blank]

Betrokke lugt kout weer westelyke wind. nu en dan sterke regen buyen

translation

[26th October 1777]
26

Temperature. 8 o’ clock in the morning Afternoon 12 o'clock 6 o’clock in the evening and 8 o'clock
56 62 54 [blank]

Overcast sky. Cold weather. Westerly wind. Heavy showers of rain from time to time.

Continued our route east along the same ridge to Grootvadersbos, two hours from Coestersvlei. All this terrain is heavy clay, in addition to black vegetal soil. It sounds hollow in many places and more land could be cultivated with very great success, lying as it does in a pleasant region. At ten o'clock in the morning we arrived at the stock-farm called Grootvadersbos half an hour west of the forest where we found our horses. Between this farm and Coetsersvlei there is a foot-path called the Tradouw (which means a Hottentot woman's path) over the great chain. We went to draw the forest. On account of the rain it was very slippery so that the horses often nearly fell with us to the ground. When we arrived at the forest we found the mountains all very overcast with heavy rain-clouds so we continued riding, leaving the forest half an hour to our left. This forest is about four hours in circumference and lies in the hollows and upon the hills that start close to the southern side of the great chain. In the same forest stand great trees of yellow-, stink-, iron-, and assagaiwood, as well as of other kinds. Yet the forest does not seem to be anything more than brushwood until one enters it, an illusion caused by the nearby mountains and high hills. Once past the forest we let the wagon pass to the right of the main wagon road, and we went straight ahead down a steep past the stock-farm of a certain Du Preez.

[page 28-29]
We passed many Aloe succotrin which grow in abundance on the hills, as well as many thorn trees, mimosa nilotica. We rode straight along the so-called Duivenhoks River which has its source in and around Grootvadersbos, and which is called 'Cainshi Neuj' or 'Blind-fly Forest' in Hottentot. It runs in a southerly direction into the sea, a full day's journey from this side of Vis Bay. This river is small but torrential in rain. We passed another four farms along this river, each a good hour from the other. Much land could still be cultivated here. We rode across the river, which was not deep, behind Roelof van Wyk's farm, and after we had crossed some high hills which were heavy clay and thus very slippery from the rains, we rode up a high hill. An hour after we passed this, we reached the region known as Egypt, which consists of four farms each about a full hour from the other, lying in valleys which begin close to the great chain. We arrived at the farm of Holtthuizen situated in a deep hollow, having the great chain to the north across which a difficult wagon road called the Plattekloof wends its way. We found a very good house here, well-furnished and well supplied with everything. It also had excellent oranges and lemons. Holtzhousen received us in a most friendly manner. From Swellendam to here the country-people live off livestock and butter and some of them make Spanish soap. The grain does not travel well. The wine is like all the Overberg wine. There is little variation in the terrain from that of Hottentots Holland; it is all rocky and clayey soil, sometimes with gravel but with very little sand, sometimes a whitish, yellow and red. The grass very often grows in tufts and becomes what the farmers call 'sour-grass' which is not relished by stock.
We have today advanced eight to nine hours eastward from Coetsersvlei.