Second Journey (MS 107/1/1-2)
16th January 1778
transcription
[16th January 1778]
16
betrokke lugt z:w: wind warm weer. vertrok eerst een quartier z:w: daar na z z w en z na anderhalf uur quam by een grote soutpan. die een ovaal uitmaakte, een quart uur lange diameter, z:o: en n:w: in het n:w: heeft zy een lange naauwe keel zy is van alle zyden met kreupelbos omgeven. en maakt een fraaye vertoning, even als een veld ys daar het opgesneeuwt heeft en na enige dooy weer gevroren, selfs als men er op is, ging er over en vond in den midden omtrent een voet water op dit zout dat daar zo hard was, dat er met een puntig yser niet door kon stoten
[page 27]
na de randen lag dit zout korst een hand dik, onder het zelve modderklei met sand vermengt, rondom de pan geelagtige en [word cancelled] andere kleigrond met sand vermengt, hier kan men altoos seer wit fyn en grofzout vergaderen, het eerste nogthans best in de somer. dese pan fourneert, zelfs de boeren van camdebo en sneeuwberg zout. komende jarelyks met hun wagens in de pan ryden en het dus met ysers uitbreeken.
na nog anderhalf uur z op gegaan te zyn daalde na de laagte, en quam by de grote swartkops rivier, zynde zeer klein met vlakke oevers, zy heet in hottentots ģouw synde melkboom rivier zy komt vyf a ses uren noordoost van hier uit een tamelyk hoog gebergte, hier winterberg genaamt en loopt z:o: en oost in zee. hier vond de kraal van de gounaqua kaptein nouka, die 10 strohutten met volk by hem had, waaronder enige regte caffers. vroeg enige melk waar voor kraalen en tabac gaf. nouka klaagde dat hy de hollanders altyd weldeed halende hunne weggelopene slaven uit de caffers, en dat sy hem nu van van stadens rivier daar hy altoos gelegen had, verdreven hadden, beloofde hem de Edele Heer er over te zullen spreken.
de rivier wat over zynde kwam ik by een kleine spruit daar een trop flamingoos saten, dezelve bekropen hebbende schoot ik er drie in de sit, en ses in het opvliegen, met myn twelopig geweer. enige gounas en caffers, die dit sagen waaren zeer verbaast. naa een half uur rydens passeerden wy nog eenige kralen gonnaas waaronder ook een caffer captein seiqúa: ook legt by de rivier de gonna captein sonqua. enige kleine waterkuilen passerende schoot enige eenden, en kwam by een seer grote soutpan, zy was vol water, en het weinige sout hier en daar droog was met modder vermengt. zy strekte oost en west en was driemaal so groot als de andere. nog een klein uur zuidelyk, aan gegaan te hebben quamen wy by de plaats waar op een boer nouman geheten quam wonen, synde besig een huis te bouwen, omtrent een half uur van see
hebben vandaag omtrent vyf uuren zuid gemaakt. het terrein het zelvde dog omtrent noumans plaats passeerden wy de kleine swartkopsrivier, die een quartier van het strand in de grote loopt. nu en dan vonden wy ook wat zand en na de zeekant vlak gras veld. het begon met den agtermiddag, uit de z w op te steken met sterke wind en regenbuyen.
translation
[16th January 1778]
16
Overcast sky, wind south-west, hot weather. First departed south-west for quarter of an hour then sout- south-west and south and after an hour and a half hour we came to a large salt-pan. It was in the form of an oval, a quarter of an hour long in diameter, oriented south-east and north-west with a long, narrow neck in the north-west. It is surrounded by undergrowth on all sides and makes a beautiful spectacle, even when one is standing on it, just like a field of ice after snow has fallen and frozen after a light thaw. Walked across it and found in the middle about a foot of water on top of this salt which was there so hard that I could not break through it an iron pick.
[page 27]
Towards the ridges of the pan the crust of the salt is a thick as the span of hand, and under the same there is mud-clay mixed with sand. Around the pan there is yellowish and other clayey soil, mixed with sand. One can always collect very white salt here, both fine and rough; the former however is best in the summer. This pan supplies even the farmers of the Camdebo and Sneeuberg regions with salt. They come with their wagons every year, riding onto the pan and in this way breaking it out with iron tools
When we had travelled an hour and a half southwards, going uphill, we descended into a hollow and arrived at the Grote Swartkops River, which is very small with flat banks. It is called Gouw in Hottentot which means 'melkboom river'. It comes from a fairly high range called the Winterberg, five or six hours north-east of here; and flows south-east and east into the sea. Found here the kraal of the Gounaqua chieftain, Nouka, who had ten straw-huts for his people with him, some of them true Caffres. Asked for some milk, for which I gave beads and tobacco in return. Nouka complained that he always did well by the Hollanders, fetching their runaway slaves from the Caffres; and that they had now driven him from Van Stadens River where he had always lived. I promised him that I would talk to His Excellency about this. A little after crossing the river, I came to a small stream where there was a flock of flamingoes. Having stalked them I shot three sitting ones and six while they flew up with my double-barrelled shot-gun. Some Gounas and Caffres who saw this were most amazed. After riding for half an hour we passed some Gouna kraals where there was also a Caffre chieftain, Seiqúa. The Gouna chieftain Sonqua also lives by the river. Passing some small pools of water I shot some duck and came to a very large salt-pan. It was full of water, and the little dry salt here and there was mixed with mud. It extended east and west and was three times as big as the other. Having continued south for a short hour we came to a farm on which a farmer called Naumann had come to live. He was busy building a house, about half an hour from the sea. We have made about five hours south today. The terrain was the same, but about Namuann’s farm we crossed the Small Swartkops River, which runs into the Groot Swartkops about quarter of an hour from the shore. We came across sand in places, and grassy country on the seaward side. In the afternoon strong wind and showers began to build up from the south-west