Journals

Fourth Journey (MS 107/3/1-2)

5th August 1779


transcription

[5th August 1779]
5

term 58 - 73 - 60
gepasseerde nagt iets geregent
betrokken door den dag n: wind.

reden hier door de rivier, reed voor uit om te recognosceren en te jagen de wagen al west op langs de rivier moest deselve weder twe reisen doorryden en doordien dit met regt sand rivier hiet, doordien het vele rosse sand door het water doorweekt was, sakte selfs imand te voet er diep in. dit zyn nu alles lage ruggen en wordende cos klippen sanderig en niet meer regelmatig rondagtig dog bonkagtig

[page 11]
en nog geen strata na een uur rydens hoorde de zee in het weste, reed de rivier af en op een hoogte vond pinar en zyn volk en sag de zee een klein uur gaans van my. vond op dese ruggens veel zeeschulpen, en schoon er uitspoelingen van de zee bleken, schenen vele deser schulpen door menschen of bavianen hier gebragt, also gehoord heb dat strand hottentotten zig hier opgehouden hebben die zig alleen van noordkaper vis en schelp vis gevoed hebben, ook waren hele hopen schelpen te nieuw, om zedert de zee hier gestaan heeft, gebleven de [sic] zyn vond witagtige krytgrond en zoute witte aarde, en de klippen begonnen stratas wyse te liggen velen seer bros sanderig en schoon zy na de n:w: kant overhelden, correspondeerden de hoeken vond de losse klippen so hard met vele keien en quarts in deselve dat zy klinkten als een ambeeld als men er opsloeg. doordien het laat wierd keerden na de wagens terug die wy een groot uur van strand lieten uitspannen; een onser hottentotten vond een dode oliphants koei en kalf hy bragt de tanden mede, die omtrent 12 pond ieder woegen sagen veel oliphants spoor en hunnen sleeppaden van steilten, dewyl zy sig op hunne hakken laten afglyden. n:b: de voortanden der elanden etc sitten los. vonden het water der rivier hier beter als boven.

translation

[5th August 1779]
5

Thermometer: 58-73-60.
Rained a little last night.
Overcast during the day. north wind.

We rode across the river here. I rode ahead in order to reconnoitre and to hunt. The wagons went along the west side of the river and had to cross it twice, and indeed it is justly named Sand River due to the abundant reddish-brown sand which is so soggy because of the water it is easy even for someone on foot to sink in deeply. There are low ridges everywhere now and the Cos-stones became more sandy and are no longer evenly rounded, but lumpy. Still no strata.

[page 11]
After an hour’s ride heard the sea in the west. Rode down the river and found Pienaar and his company on a height and saw the sea hardly an hour’s walk away from me. Found many sea-shells on these ridges and though some appeared to be sea-wrack many of these shells seem to have been brought here by people or baboons. I have also heard that Shore-Hottentots have lived here, who fed themselves only on whale meat and shell-fish. There were also whole heaps of shells, too recent to have been left over from the time when the sea was here. I found whitish, calcareous soil and salty, white earth and the rock is now beginning to lie in strata. Many of these very brittle and sandy, and although they lean to the north-west their angles fit into one another. Found the loose stones so hard, with much clay and quartz in them, that they sound like an anvil when one strikes them. Because it was getting late, returned to the wagons which we allowed to outspan good hour from the shore.
One of our Hottentots found a dead elephant cow and calf. He brought the tusks with him, each of which weighed about twelve pounds. Saw many elephant tracks and the slides where they descend from higher places, slipping down on their hocks. N.B. The front teeth of elands etc., are loose.
Found the river-water better here than higher up.