Journals

Fourth Journey (MS 107/3/1-2)

1st October 1779


transcription

[1st October 1779]
1 oct: vrydag

Spanden met den morgen in en arriveerden na drie en een half uur rydens aan het droge Cabas riv: dat hier door de bergen in orange riv loopt
term: 56 - 70 - 53 loopt. koude weste wind, die in den nagt zuid wierd.
hoogte by cabas, ses uur te voet door het gebergte bezuiden de rivier, die hier twe myl noord op schiet, en dan weer oostelyk aan draaijt, 2850 voet: mogelyk ook heeft dese draayt by de plaats Coeboes genaamt, de rivier uit den noorden aan cobes Coetse schynen te doen lopen, en hy sulks aan brink, die hier niet geweest is, verteld. peilde pinars plaats 5 myl w:t:n: dus hebben wy een hele draay om het gebergte langs de rivier gedaan. het eerste dat sedert maskamma weder van enigsins horisontale stratra geformeert was sagen gisteren ook een laag plat lange berg waar by een tafelbergje in het vlakke veld. coers nog wel anderhalf myl o:t:z: en weer o t n om aan de rivier te komen. enen model gewesen knegt van buurman lag hier met syn vee. vond hier veel mica in grote platen, en vond dat de bergen geen stratas, maar seer confuus dooreen lagen egter daar het riviertje wel duisend voet hoog diep tussen heen liep en, als door aard beving geformeerd, egter de uit en inspringende hoeken Correspondeeren. Sagen vandaag veel cameleopardalis spoor, die groter, dog na een elands (canna) spoor lykt. ook syn mist, hy had veel der toppen der kouw boom gegeten omtrent 12 Voeten hoog egter kan hy van de grond eten, sonder syne knien te buigen so als voorgegeven is. de bosjemans hier syn in tween by naam verdeelt rivier en sandveld hottentots, dog syn een volk.
die onder de sand veld hottentots het meeste te seggen heeft hiet noeroep en kam kon seep. de eerste is een kleine bejaarde hottentot, die seer gaauw en couragieus is so dat sy allen bang voor hen syn. de laatste is gepasseerde January over de rivier, by de Camingnoe kraal namacquas drie dagen reisens noord van hier, gelegen, gegaan en beesten weggenomen, ook een jonge hottentot dien sy viengen de keel afgesneden, uit wraak over enen die in een vorig gevegt dood geschoten was; de namacquas verloren 't in het eerst dog hunne vegt schilden genomen hebbende, hebben sy de bosjemans vervolgt by de rivier aagetroffen, overmand door hunne menigte en vooral door hunne schilden, also de bosjemans beter schieten, en braver syn. de bosjemans latende alles in de steek, en hebben 15 man verloren, meest in de rivier met pylen gekwetst verdronken. zy waren omtrent 50 sterk geweest. vond kankomseep op pinaar's plaats, en seide hem dat ik niet hebben wilde dat sy meer beesten van de namacquas stalen, het gene hy my beloofde. dese bosjemans dienen by onse boeren, en sijn goede veewagters, dog kunnen geen kwaad onthaal verdragen.

translation

[1st October 1779]
1 Oct. Friday

Thermometer: 56-70-53.
A cold, west wind which turned southerly during the night.

Yoked the oxen at dawn and after three and a half hour’s travel arrived at the dry Cabas River, which here runs through the mountains into the Orange River.
The height at Cabas (six hours on foot through the mountains south of the river, which from here runs north for two miles and then turns east) is 2850 feet. It is possible that this bend, at the farm called Coeboes, made it appear to Kobus Coetse that the river flowed from the north and this is what he told Brink who had never been here. Took bearings on Pienaar’s farm: 5 miles west by north Thus we have made a wide turn around the mountains along the river. These was the first since Maskamma to be formed of somewhat horizontal strata once more. Also saw yeasterday a long low flat mountain, next to which was a small table-top mountain situated in the low veld. Route still a good half mile east by south and again east by north to reach the river. A man called Model, former servant of Buurman, lives here with his stock. Found much mica in large sheet here and found no strata in the mountains but everything lying confused and mixed together as though formed by an earthquake, particularly where the rivulet ran a good thousand feet deep between them. The protruding and receding angles of the range match do indeed each other.
Saw much giraffe spoor today, which looks like eland (canna) spoor, but larger, its dung also. It had eaten off many of the tops of the kauw trees, about 12 feet up. It can however eat from the ground without bending its knees, as has been said.
The Bushmen here are divided into two groups with different names: River- and Sandveld-Hottentots, but they are one people. Those of the Sandveld-Hottentots who have the most to say are called Noeroep and Kamkonseep. The first is a small elderly Hottentot who is swift and courageous so that they all are afraid of him. The latter crossed the river last January and went to the Namaquas at Camingnoe kraal, which lies three days’ journey north of here, and carried off cattle as well as a young Hottentot whom they captured and then cut his throat. This was in revenge for one who had been shot dead in a previous fight. At the beginning it was the Namaquas who lost, but taking up their fighting-shields they pursued the Bushmen, whom they encountered at the river, and overwhelmed them through their numbers and especially because of their shields, even though the Bushmen could shoot better and were braver. Abandoning everything, they lost 15 men, most of whom, wounded by arrows, drowned in the river. They were about 50 strong. I found Kamkonseep on Pienaar’s farm and told him that I did not want them to steal any more cattle from the Namaquas; and this he promised me. These Bushmen serve our farmers and are good herdsmen but they do not tolerate bad treatment.