Journals

Fourth Journey (MS 107/3/1-2)

13th September 1779


transcription

[13th September 1779]
maand: 13

prepareerde alles tot myn verdere reis
term: 48 - 60 - 53
gepasseerde nagt fris geregent uit den n:w: westelyk door den dag. Schynbaar opklarend.

capt: Wiltschut kleine namaqua kwam my besoeken, schonk hem een schaap. ik had een cameleopardalis jonge bul vel gekregen van de drift, observeerde, dat de horens deser bul als een knop, sonder hair boven aan had; omtrent so dik onder als boven, en dunner in den midden, platagtig van agteren. de koei heeft de horens spitser en dunner met hairen boven aan, het vel tussen de ogen was so groot als de plaats van een ey, dikker als de rest, en moet in het

[page 31]
levend dier verhevener sitten. lei het in het water om het te weken.

translation

[13th September 1779]
Monday 13

Thermometer: 48-60-53.
It rained hard from the north-west last night. The wind westerly all day. It seems to be clearing up.

Prepared everything for my further journey.
Captain Wiltschut, the Klein Namaqua, came to visit me. Gave him a sheep. I had got the skin of a giraffe, a young bull, at the drift. Observed that the horns of this bull are like a knob on top, hairless; about the same thickness below as above, and thinner in the middle, flattish from behind. The cow has thinner more pointed horns with hair on top. The skin between the eyes

[page 31]
was about the width of an egg, thicker than the rest and in the living animal it must sit higher. Put it in water to soften it.