Second Journey (MS 107/1/1-2)
29th November 1777
transcription
[29th November 1777]
29
mooy weer oostelyke koele wind, de lugt hier en daar bewolkt. de tuin van greve was in seer goede order vol bloemen groentens en vrugtbomen ook had hy een wyngaard geplant die wel groeide, dog het huis was als de meeste een klein riete of stro hut van een vertrek met klei of coemist besmeert.
vertrokken om half negen o z zo lyk aan, passeerden na een en een half uur distantie, de kleine melksrivier die ook zuid oost in de sondags rivier loopt, daar na de droge vlakke rivier op drie uren verder ook als hy loopt, in deselve sondagsrivier, daar na na vier uren de heemraads rivier, by de plaats van meiburg by bredecamp, alle dese riviertjes komen uit het sneewgeberte, dat wy al oost voortschietende op een uur, dan wat verder, dan nader aan onse linkerhand hielden, voerden de paarden by enen pieter erasmus.
(de gecommitteerden waaren drie uren voor my uit.) reden tot onder de zogenaamde bruinshoogte, so na enen de bruin genaamt, zynde een tamelyke hoge tak die ten z w en z uit het sneewgebergte uitschiet, passeerden de blye rivier tussen pieter erasmus en Court grovelaar, die drie uren van een woonen
[page 74]
waarna wy in twe uren tot boven op bruins hoogte reden.
dit wagenpad is zeer steil op twe plaatsen, so dat wy de paardewagen vast moesten houden terwyl zy poosden.
de schemering was begonnen toen wy opwaren, peilde onse gehele cours tot hier o z o, waarna wy oost aan docerende een en een half uur distantie af reden na de plaats van Jacobus potgieter, daar ik de gecommitteerdens aantrof.
arriveerden omtrent half negen, rekene twaalf uren regte distantie o z o tot op bruinshoogte van greve een uur oost na potgieter, leggende ten zuidwesten een half uur de bosberg al het zelfde sneeuwgebergte een uitspringende berg, zogenaamt omdat er een bos agter legt. de kleine visrivier komt hier uit het noorden omtrent tien uren uit het Sneeuwgebergte, loopt met vele kromme draayen z oost en zuid aan in de grote visrivier omtrent sestien uren distantie, dit is ook maar een kleine rivier.
het terrein van greve was al des zelfd grond dan eens caro, by de rivieren doornbossen en misembriantimums in de caro en arctotissen, dan weer gras veld, by de bruinshoogte wierd het weder ruiger en by potgieter waaren vele hoge doorn bomen. zagen vandaag zeer vele springbokken en enige harte beesten, schoten een springbok. ook een grote trop gieren, die een dode springbok afkloven, onder deselve waaren twe swarte.
het is den gehelen dag allerschoonst weer dog warm geweest met een oostelyk windje; vonden by er de huisen vele vliegen. en het koorn meest ryp. de huise
translation
[29th November 1777]
29
Fine weather. Cool easterly wind, the sky cloudy in places. Greef's garden was in very good order, full of flowers, vegetables and fruit trees. He has also planted a vineyard that was growing well. But the house, like most of them, was a small reed or straw hut with one room, and smeared with clay or cow-dung. We departed east-south-east at half past eight and at a distance of one and a half hours crossed the small Melk's River that also flows south-east into the Sundays River. After this is the dry Vlak River three hours further on, which also runs into the same Sunday’s River when it flows. And after that, four hours further, the Heemraads River at the farm of Meiburg (at Bredecamp's). These little rivers all come from the Sneeuberg mountains which, stretching to the east, we kept at an hour’s distance, and then a bit further and then a bit nearer, on our left side.
We fed the horses at a certain Pieter Erasmus’s. The members of the committee were three hours ahead of me. We rode on until we came to the foot of the so-called Bruintjeshoogte, called this after a certain De Bruin. It is a fairly high branch that extends south-west and south from the Sneeuwberg chain. We crossed the Blye River between Pieter Erasmus and Coert Grobbelaar who live three hours apart from one another.
[page 74]
After this we rode to the top of Bruijntjeshoogte in two hours. This wagon-road is very steep at two places so that we had to make the horse-wagon fast while they rested. Twilight was beginning to fall when we reached the top. Measured our whole course to here east-south-east. After this we rode eastwards downhill, dropping in the distance of an hour and a half to the farm of Jacobus Potgieter, where I met the committee members. We arrived at about half past eight. I reckon that it is a distance of twelve hours east-south-east in a straight line from Greef to Bruintjeshoogte; and another hour east to Potgieter. The Bosberg lies half an hour to the south-west, a mountain that juts out of the same Sneeuberg range and is so called because a forest lies behind it. The little Fish River comes here from the north, about ten hours from its source in the Sneeuberg range. It flows south-east and south with many bends into the Great Fish River, a distance of about sixteen hours. It is also just a small river. The terrain at Greef's was the same soil everywhere and all the of the karoo type. There were thorn trees at the rivers, and mesembryanthemums and arctotises in the karoo-like terrain, and then grassy veld again. At Bruintjeshoogte it becomes rough and there were many large thorn-trees at Potgieter's. We saw very many springbok today and some hartebeest. We shot a springbok. There was a large flock of vultures as well, gnawing at a dead springbok and among the same were two black ones. It has been the most beautiful weather all day but hot with an easterly breeze. We came across many flies in the houses. The wheat was mostly ripe.