Journals

Second Journey (MS 107/1/1-2)

17th December 1777


transcription

[17th December 1777]
17

gepasseerde nagt mooy weer met maneschyn, ben nat bedauwt geweest, niets ontwaar geworden, schoon ik vannagt, die waken moesten besoekende, alles in diepe rust vond, zynde als naar gewoonte paarden en ossen by ons vast gebonden, en alle geweer gereed. desen morgen mooy weer geen wind belovende een hete dag.
trokken n:o: door de vlakte nog langs de tarka. het gebergte dat nog n: uitstrekt dog lager word aan myn regterhand, dat n: van de Caffers legt hiete ik Companies welvarens gebergte, de bergen die digt by dit gebergte met ruggens loopt, aan de linkerhand

[page 90]
tot aan de sneeubergen loopt hete boers gebergte na de fiscaal passeerden na twe uren een kleine rivier, die van boers gebergte z o in de tarka loopt, hiete deselve starings rivier na de equipagiemeester, passeerden hier by de tarka, omdat deselve hier te digt by boers bergen langs een krants liep. reden voorby die krants aan de linkeroever, zoekende om deselve weder te passeeren al so zo noordelyk op wilde steken als doenlyk, na lang zoeken, vonden na twe uren verder een goede drift zynde een klipplaat daar wy geen half voet water dog frisse stroom hadden, spanden aan de overzyde by eene fontein dewelke na mevrouw charlottes fontein van pletteberg noemde, synde vol van zoet water (met riet fonteinen en regen water kuilen) dat ons wel te pas kwam zynde dorstig door het hete weer, na twe observaties met de barometer die 26d - 6t gaf, en ons wat verfrisd te hebben vervolgden wy onse cours, noord aan, hopende haast wilt te schieten also onse proviand schaars is.
na een uur rydens schoten by een rietfontein een oerebi, liet hem tekenen en mat hem, vervolgden onse weg wel rysende veld, quamen na twe uren rydens by klipperige lage bergen, daar wy door een poort over en door passeerden. op een dier bergen stond de barometer 26 - 1
om ses uren fraai helder weer zuide koele wind, over dese ruggens zynde quamen wy by een rietfontein daar wy uitspanden. in dit riet hieuwen so veele swaluwen, dat sy in grote swermen de lugt swart maakten, na wat heen en weer gevlogen te hebben namen zy hun verblyf weer in het riet, onse cours is van mevrouw van plettenbergs charlotta fontein noord drie uren geweest.
peilde van de barometers heuvel onse cours van de visrivier jacob raesmus smit n n o, en zagen de noordelyke punt van bamboes gebergte noord distantie ses uren
dit gebergte is van de hoogte en gedaante van dese zyde als het reuse Casteel in de camdebo, en schynt een en het selfde gebergte met Companies welvaren, de tarka agter om de bamboes berg, de togtgangers hebben hem dus genoemd na een soort van riet dat er hier en daar in de kloven opgroeid hebben dus zeven uren noord noord oost iets oost geavanceert het veld rysende met hoger koppen als agter sneeuwberg dog hetselve terrein, dan een gebroken dan caro veld dog veel geheel grasveld met riet fonteinen en regen water kuilen op de rysende gronden klippen in de vlaktens gene, vele mierenhopen en in de bosjesveld caro of gebroken hobbelig veld vele miereneters gaten, en byna geen hout om een pot eten te koken, rosse losse stoffige kleigrond gene bloemen, in de caro enige misembriantimums vele euphorbias.
zagen enige springbokken en hartebeesten en elanden dog ver. de wind is met de son opgestoken en fris z z w geweest byna geen wolk aan de lugt en zeer heet. geen wilden dog hunne voetstappen en uitgeholde mierhopen gesien

translation

[17th December 1777]
17

Fine weather with moonshine last night. I was soaked by the dew. Was aware of nothing wrong although tonight when visiting the watch I found them all deep in sleep. As usual the horses and oxen are tied up close to us and every weapon is ready. Fine weather this morning and no wind, promising a hot day.
Departed north-east across plains still beside the Tarka. The mountains that stretch to the north on my right, but are becoming lower and are situated north of the Caffres, I have called the Compagnies Welvarens Gebergte [Winterberg mountains]. I called the mountains close to this range, on my left, which run with ridges up to the Sneeuberg range

[page 90]
the Boers mountains, after the Fiscal Boers. After two hours we crossed a small river which runs south-east to the Tarka from the Fiscaal Boers mountains and I called the same Starings River after the harbour-master. We crossed the Tarka here, because the same runs too close to a cliff on the Fiscaal Boers mountains. We rode past the cliff on the left bank, looking for a place to cross the same once more because I wanted to strike as much north as possible. After a long search I found after two hours a good drift which was a stone ledge where we had barely a half foot of water but a strong current. We outspanned by a spring on the other side which I called Mrs Charlotte's Fontein' after Mrs van Plettenberg, being full of sweet water, which was welcome since the hot weather had made us thirsty, and surrounded by reeds as is everything around here. After taking two observations with the barometer giving 26 inches and 6 tenths and after having refreshed ourselves a little we continued our course northwards, hoping soon to shoot some game as our provisions are scanty. After travelling for an hour we shot an oribi at one of the reed springs. Had it drawn and I measured it. Followed our way over rising country and after travelling for two hours came to low stony mountains which we crossed by passing through a defile. On one of these mountains the barometer stood at 26 inches 1 tenth. At six o'clock. there was beautiful clear weather with a cool south wind. Once over these hills we came to a reed spring where we outspanned. There are so many swallows living in these reeds that they blacken the air with their great swarms. After flying backwards and forwards for a while they returned to their abode in the reeds. Our route from Mrs Van Plettenberg's (Charlotte's) Fontein was north, three hours. At the hill where I took the barometer reading I measured our course from Jacob Erasmus at the Fish River as north-north-east. We saw the northern tip of the Bamboesberg range at a distance of six hours north. This range is one of the highest and from this side has the same configuration as the Reuse Casteel (Giant's Castle) in the Camdebo and seemed to be one and the same range as the Compagnies Welvaren Gebergte. (The Tarka is behind the Bamboesberg.) Travellers have called it so after a sort of reed that grows here and there in the kloofs. We have progressed seven hours north-east and slightly east; the terrain is uphill with higher hills than at the Agter Sneeuberg, but still the same terrain, now broken, now karoo-like country, though there are many stretches of purely grassy veld with reed springs and rainwater pools. There are stones on the rising plains but none in the hollows, many ant-heaps and there are many ant-eaters' holes in the bushveld (karoo-veld or broken bumpy country), and almost no wood to cook a pot of food. The soil is loose and reddish-brown clay, with no flowers. Where it is karoo-like there are some mesembryanthemums and many euphorbias. We saw some springbok, hartebeest and eland, but far off. The wind rose at dawn and was fresh south-south-west. Hardly a cloud in the sky and very hot. No savages, but could see their footprints and ant-heaps they had hollowed out.