Journals

Second Journey (MS 107/1/1-2)

10th November 1777


transcription

[page 46]
[10 November 1777]
den 10 zondag

gepasseerde nagt maakten de honden een geweldig leven springende dikwils angstig terug, ging uit de tent omtrent middernagt, betrokke lugt dog maneschyn, kon niets gewaar worden, dog myn paart stond by de wagen te trillen
de hottentotten sliepen by een klein vuur, ging weeder in de tent, en na my bedagt te hebben vond ik dat ik myn snaphaan die in de hand genomen had niet geladen was hebbende hem schoon gemaakt gisteren avond.
de boer zei s'morgens dat de leeuw digt by ons was geweest en waarschoude my om niet zonder vuurbrand in de handen s'avons of s'nags van de tent te gaan.
het heeft den gehelen nagt vehement uit den zuidoosten gewaayt, dog in den morgen gestofregen, gaande de wind leggen. wy trokken met den dag n:n:oost aan door het velt zonder dat wy een pad hadden hebbende een hottentot tot gids, lieten het lage gebergte of liever swarte ruggens, hier rhinoster berg die oost aan schieten digt aan onse regterhand, zagen 9 ńoes, 30 hartebeesten 20 choaggas. hier zyn ook nog enige weinige rhinosters, sagen een spoor
En een menigte springbokken, die met kleine troppen liepen dog om het vlakke velt konden wy geen onder schoot krygen. omtrent tien uren quamen wy in een wyd uitgestrekte vlakte, dewelke alleen door een lage rugge van de camdebo gescheiden, is
hier zagen wy de sneeuwbergen, dewelke de camdebo, als met een lange boog omgeven, zag geen sneeuw op die keten. en zy schenen my niet so hoog als de rodesands bergen, dog het land legt hoger. hier zagen wy zeer grote troppen spring bokken, dog na mate van het uitgestrekte velt, wynig dus denke, dat het zeggen van se met stokken dood te kunnen slaan een fabel is, uitgenomen wanneer deze dieren door poorten van het hier niet hoog zynde gebergte, die als koppen op de vlakte leggen, zig byeen dringen.
zy waaren zo wilt, dat wy ze zelden onder onse kogel konden krygen, en schoon wy er wel tien duisent zagen in verscheide troppen verdeelt. schoten wy er maar twe deze bokken komen omtrent September octo en november na deze velden om het water, zuid op trekken, altyd tegen de wind op en keeren als het velt droog wort te rug. zy lammeren eens jaars, een lam. het is delicieus wilt ordinair in Augustus en september, ook in april.

[page 47]
de ooy heeft velik kleiner dunner horens als de ram is ook kleider. de maat van een volwassen die een zeer onvolwassen jong in het lyf had. was

rynlands voet duimen
van snuit tot staart 4 0
de staart die de onder zyde swart en kaal, boven op met wit kort haar, zeer dun en onder aan, op de buiten zyde een zwarte pluim had 0 9
hoogte van voren 2 4
hoogte van agteren 2

had geen pluimen op de knien nog voor nog agter, dog hadde traan gaten onder de
ogen. zes 8 snytanden in het onderste kaak. de twe voorsten tamelyk breed die volgden iets kleinder en de twe agtersten zeer smal. zyn kouleur [blank] vond geen besoar by hem. dese dieren wanneer zy aan het lopen gaan doen aardige sprongen, zo in verte als hoogte, de poten styf uithoudende en het hooft voor over buigende met een styve nek, dog niet zo als men zegt alle te gelyk dog zo als het hen gevaldt. de hottentotten noemen hen Ćoung.
de voornoemde rugge, door een kloof doorgetrokken zynde kwamen wy na twe uren rydens vooraan in de camdeboos vlakte, trokken door een klein staand riviertje de brakke rivier geheten, waarin enige kuilen tamelyk goed water dog iets brak was, zyn de het enigste dat van daag gesien heb, waaragter de plaats van de beer door enen basson bewoond, kwamen omtrent 5 uren waar wy verbleven hadden veel leeuwe mest, die wit was, omtrent als van een hyaena dog groter, overal op de weg gevonden, dog schoon men segt dat zy in troppen van twintig ja dertig, 10-12 etc lopen vooral agter de springbokken, heb ik en myn hottentot, die den helen dag overal gelopen en gejaagt hebben, ook aan de voornoemde ruggens daar enige spekbossen (coteladons) staan. hebben wy er geen te zien kunnen krygen. onse leidsman zei my dat zy voor enigen tyd sestien leeuwen die in enige lage struiken, op de rug met de poten om hoog lagen te slapen, op het lyf gekomen waren, dat die toen zy hen gewaar wierden als katten tussen de struiken waren gaan leggen en gekoetst, zonder hen te moveren, en dat men hen zelden by dag zien, houdende zig in de ruggens, omtrent de springbokken, dog s'nags zyn zy zeer assurant, en randen alles aan, vuur en klappen van een ossesweep is zegt men beter als een schoot om hen te verjagen. zy waaren eergisteren by basson in de craal geweest en hadden enige schapen dood gebeten.

[page 48]
voor jaar hadden de vee wagters het vee s'nags buiten gelaten wanneer de leeuwen er 150 doodgebeten of verongelukt hadden. hier stond koorn gesaait dog nog zeer laag. zagen enige hasen dog kleinder, zaten in legers als by ons. in dese carovelden, ook korhanen, by de spruitjes berganssen, veel wit nek kraajen, en by de camdebo, poelepentaden. hier terra natals hoenders genaamt.
desen morgen betrokke lugt zo dat men de bergen die hier van het w n w tot o z o om ons leggen niet kunnen zien, dog de noordelyke bergen hoog, en alles een vlaklands vertoond. z: ooste zagte wind iets stofregen.. tegen tien uren stak het weer uit den z:o: sterk op met harde donder en regen en weerligt duurde tot middag wanneer het sterk begon te regenen en omtrent vier uren mooy warm weer wierd, konden van daag op de jagt niets bekomen. zynde het wilt in kwaad weer altoos schuw. de wind liep door het oosten na het noord west weerligte den avondt uit die hoek tot het noorden.

translation

[page 46]
[10th November 1777]
The 10th, Sunday

Last night the dogs made a violent noise, often jumping backwards nervously. Went out of the tent at about midnight. Sky overcast but moonlight. Could make out nothing, but my horse, standing next to the wagon, was trembling. The Hottentots were sleeping next to a small fire. Went back into my tent and after thinking about it found that the musket I had taken to hand was not loaded because I had been cleaning it yesterday evening. In the morning the farmer told me that lion had been close to us and warned me not to leave the tent in the evening or at night without a firebrand in my hand. It blew violently from the south-east all night but it drizzled in the morning, the wind abating.

We departed north-north-east at daybreak, travelling through the country with no road and with a Hottentot for guide, keeping the low range or rather the Swarte Ruggens (called the Rhinosterberg here) that stretch to the east, close to our right hand. We saw nine gnu, thirty hartebeest, twenty quaggas. There are also some few rhinoceros here; saw a foot print. There is also a multitude of springbok which run in small herds. Could not get any into range because of the flat countryside. At about ten o'clock we reached a wide extended plain which is separated from the Camdebo only by a low ridges. Here we saw the Sneeuwbergen which surround the Camdebo like a long half-circle. Saw no snow on that mountain chain and it appeared to me not as high as the Rodesand mountains, though the country itself is higher. Here we saw very large herds of springbok, but they seemed few in perspective in this widely extended plain. I therefore believe that the story that one can kill them with sticks is a fable, except when these animals squeeze together through the defiles of these low-lying mountains that lie as koppies on the plains. They were so wild that we could seldom get them within range of our guns; even though we saw a good ten thousand, divided into several herds, we shot only two. These buck come to these parts around September, October and November for water, travelling south and always towards the wind. When the country becomes dry they return. They lamb once a year, one lamb, usually in August and September and in April as well. It is delicious game to eat.

[page 47]
The ewe has much smaller, thinner horns than the ram, is also smaller. The measurements of a mature one which was carrying a very young lamb were:

Rhineland feet inches
from nose to tail 4 0
the tail (the under side of which was bare and black while the upper side had short white hair very thin; and underneath on the outer side a black tuft) 0 9
heigth at the front 2 4
height at the rear 2

Had no tufts on the knees, neither in front nor behind but had tear-ducts under the eyes. Eight incisors in the lower jaw, the foremost two if which are fairly wide, the next are a little smaller and the two rear ones very narrow. Its colour [blank] . Found no bezoar on it. These animals make charming leaps both in distance and height when they begin running. The legs are held out stiffly, the head bending over forward and the neck stiff. But not, as is said, all together at the same time but as it pleases them. The Hottentots call them Coung.

After travelling through a kloof in the aforementioned hills for two hours we came to the beginning of the Camdebo plains. We travelled through a small stagnant stream called the Brak River which had some pools of fairly good water but slightly brack. This was the only water that I saw today. Behind these is De Beer's farm where a certain Basson is living. We arrived there at about five o'clock and stayed. We found much lion-dung everywhere on the road; it was white, about the same as a hyena's but larger. But although it is said they run in herds of twenty, even thirty, ten and twelve etc., especially after the springbok, I and my Hottentot did not get to see any, even though we went running and hunting everywhere, also into the aforementioned ridges where some spekbossen (cotyledons) grow. The man who leads our oxen told me that a short time ago he came across sixteen lions lying asleep in some small bushes on their backs with their legs in the air; and that when they became aware of him they went and lay crouched between the bushes without moving; that generally they are not seen by day. They stay in the hills around the springbok but at night they are very assertive and attack everything. Fire and the crack of an ox-whip are said to be better than a shot to drive them away. The day before yesterday they were in the kraal at Basson's and bit several sheep to death.

[page 48]
In spring the herdsmen left stock outside at night and the lions killed or mauled 150 of them. Wheat has been sown here and is growing but it is very short. We saw some hares, sitting in groups, but smaller than our ones. In this Karoo-country there are also bustards; and in the rivulets mountain geese, many white-necked crows and in the Camdebo guineafowl, which are called Terra Natalis fowl here. There was an overcast sky this morning so that the mountains that extend west-north-west to east-south-east around us were not visible. However the northernmost mountains are high and all have a plateau-like appearance.
South-east wind, a little drizzle. Towards ten o'clock a violent storm came up from the south-east with heavy thunder, rain and lightning which lasted till noon when it began to rain heavily, then at about four o'clock the weather became fine and warm. Could achieve nothing hunting today because game is always timid in bad weather. The wind went through the east to the north-west. In the evening there was lightning from this point through to the north.