Journals

Fifth Journey (MS 107/4)

8th February 1786


transcription

[8th February 1786]
8

reden de cloof van dolhaar of valkenhagen O: af en in een uur tot Joubert plaats geheten [blank]

schoon weer o: lugtje
term 70 ­ 88 ­ 80

passeerden die cloof riv: daarna een uur doorn riv: daarna een half uur tys strydoms riv. tot op zyn plaats was de wagen voorby gereden. reed te rug na de wagen onder aan tys strydoms riv: en spanden by het eind deser bergen aan Coughas riv: uit byna geen water drie uur ossewagen rydens.

hieten dese plaats Robbert gordons valey na myn oudste soon synde een fraaye graasige en geboomde valey, waar langs cougha als hij loopt, loopt. hier lykt alles Cafferland met hoge ruggen
sagen van verren de wolken op de zee

translation

[8th February 1786]
8

We rode east down the kloof from Dolhaar or Valkenhagen and in one hour. reached Joubert’s farm, called [name left blank].

Fine weather.
Light easterly breeze.
Thermometer: 70-88-80.

We passed the Kloofriver and after one hour the Doornriver. Thereafter it was half an hour to Thys Strydom’s River and on to his farm. The wagon had gone on further. Rode back to the wagon, which was below at Thys Strydom’s Rive,r and outspanned at Coega River at the end of these mountains. Almost no water during three hours’ travelling by ox-wagon.

Called this place Robbert Gordon’s valley after my eldest son. It is a fine, grassy and well-timbered valley past which the Coega flows when it flows.
Everything here looks like the Caffreland with high ridges. From far-off we saw clouds on the sea.