Fourth Journey (MS 107/3/1-2)
23rd August 1779
transcription
[23rd August 1779]
23
betrokken stil gepasseerde nagt verscheide frisse regenbuien uit den westen term 50 - 68 - 55 met den middag opklarend weer westelyke wind z:o: met den agtermiddag eene observatie die ik al lang in de hottentots taal gemaakt heb, is dat ik geen woord weet daar een f. l. of v. of p. in komt egter kunnen sy die letters leren uitspreken.
nam brete
gr van t Zenith | 40 | min | |
noord decl: | 11 | 27 | |
geeft | 28 | 33 |
miswysing 20 gr noord west:
peilde de mond van onse leg plaats z:w: ½ w: een half myl.
ging met de schuit tot in de mond in de brandings, binnen de mond was een smal canal daar ik drie vadem water vond, in de branding omtrent een vadem en regt binnen voor de mond een sandbank, so dat na binnen aan weerskanten een drie vadem diepe geul was, die egter niet tot in de branding liep, die so lang wy nu hier zyn buiten zeer sterk is. het diepste of de swaarste loop der rivier is digt aan de regter oever. (sand en ook modder, niets als ene klip) vond daar een smalle sloof, twe en een halve vadem diep
[page 23]
en diep ver na binnen op een sandplaat by onse uitspan plaats
Egter bespeurd men byna geen stroom als met de ebb, door de brede valey die de rivier hier maakt. volkomen overtuigt dat geen schuit hier binnen komen kan, of het mogt een enkelde reise zyn dat de riv: die in jan en feb: meest vol is egter moest dan de zee die hier seer wilt door het vlakke strand is dan dood slegt zyn, en met hoog water. egter twyffel ik er nog aan; en hoe sou men al had men de brete dese kleine vlakke mond vinden. keerde terug. met een frisse z:w: die z:o: wierd by onse wagens, so als te voren is aangehaald
vongen weder enige vis, enige onser hottentotten die ter jagt waren gegaan zyn niet weder gekomen. maakte een kaart, voor Pinar, om de rivier op te gaan, kunnende de wagens zulks onmogelyk doen.
translation
[23rd August 1779]
23
Overcast. Calm.
Last night several fresh showers of rain from the west.
Thermometer: 50-68-55.
Weather clearing in the afternoon. Westerly wind. south-east wind in the afternoon.
This I have long observed about the Hottentot language: I know of no word which contains an f, l or v or p. They can however learn to pronounce these letters.
Took latitude:
degrees from the zenith | 40 | min | |
Northerly declination | 11 | 27 | |
gives | 28 | 33 |
Error : 20 deg. North-west.
Took bearing on the mouth from our camp: south west, half west; half a mile.
I took the boat right into the mouth, within the breakers. There was a small channel inside the mouth where I found three fathoms of water. About a fathom deep and right in the middle of the mouth there is a sand-bank in the breakers on the inner side so that there is a gully on both sides, three fathoms deep; but this does not continue into the breakers which have been very rough all the time we have been here. The deepest or greatest current of the river is close to the right bank. (Sand and also mud but nothing like a rock). There I found a narrow channel two and a half fathoms deep,
[page 23]
which continues deep far inside the river, apart from one sandbank at our camp. One could detect no current, except at the ebb, through the wide vlei that the river makes here. I am completely convinced that no boat could get in here, unless on an exceptional occasion in January and February when the river is at its fullest. However the sea, which is very rough across the shallow beach, would have to be dead level, and to be at high-tide. However I still have my doubts; and how could one find this small low-lying mouth, even if one had its latitude?
Returned with a fresh south-west wind which became south-east at the wagons, as previously noted. We again caught some fish. Some of our Hottentots who went out hunting have not come back. Drew a map for Pienaar to go up the river; it being impossible for the wagons to do this.