Journals

Fourth Journey (MS 107/3/1-2)

21st August 1779


transcription

[21st August 1779]
21

met den avond opklarend weer
betrokken lugt deinsig weer n:w: wind
term 48 - 65 - 56.

doordien men niet ver sien konden bleef aan dese zyde. de wilden kwamen ten getale van drie mans vier vrouwen en een kind by ons Sy waren de rivier wat op gegaan en daar tot aan de buik langs hun bekent pad doorgegaan, gaf hun wat vis, en tabak. en na wat met hen over het land gepraat te hebben, vertrokken zy content, tegens sons ondergang. nam een brete, dog niet accuraat genoeg, door het mistige weer. kreeg 28 gr - 32 min wy hadden vandaag meest allen pyn in het lyf. attribueerden sulks aan het veel vis sonder brood eten. de bosjemans seiden dat er nooyt veel zeekoejen sig by de mond onthielden, maar twe en drie dagreisens na boven. sag de wilden vuur maaken. sy hadden twe stokjes van een ligt hout dat langs het water dese rivier groeid een kleine vinger dik en omtrent twe voet lang. dit is seer droog hout sy leggen het ene neder op een vel of hun veld schoen, setten hun voet er op om het vast te houden, dan steken zy het andere hout er in, en spugen in de handen, drayende het stokje so schielyk sy kunnen tussen de vlakke handen, dan siet men de rook er uit komen en daar na vuur. sy hebben altoos diergelyke houtjes langs hunne pylkokers, en hieten het hout Coeroep, byna als de witte vuursteen hiet.

translation

[21st August 1779]
21

Sky overcast, hazy weather. Wind north-west
Weather clearing in the evening
Thermometer: 48-65-56.

Because one could not see far, I stayed on this side. The savages came to us, numbering three men, four women and a child. They had gone upstream a little and there, with the water up to their bellies, had crossed by a path known to them. I gave them some fish and tobacco and having talked to them about this country, they departed happy around sunset. Took latitude but not accurate because of the misty weather. Got 28 degrees 32 minutes.
Most of us had pains in our bodies today. We attributed this to eating a lot of fish without bread.
The Bushmen said that there were never many hippopotamus at the mouth of the river but rather two or three day’s journey upstream. Saw the savages making fire. They had two little sticks of a light wood, which grows along the banks this river, the thickness of a little finger and about two feet long. This is very dry wood. They place one on a hide or on one of their velschoens, put their foot upon it to hold it still, then they push the other stick into it, and, spitting on their hands, they twirl the stick as rapidly as they can between their palms. Then one sees smoke issuing from the stick and afterwards fire. They always have these kind of sticks tied to their quivers; and call the wood Coeroep, almost the same name as a white flint-stone.