Fourth Journey (MS 107/3/1-2)
20th July 1779
transcription
[20th July 1779]
20
goed weer dese nagt kout geweest ooste windje. hoorden de hyeana en jakhals
term: 38 - 80 - 60.
met den dag hoorden vee blaten, en vonden die plaats, de eerste van oliphant riv: tot hier, een half uur voor ons, lieten er enige melk halen, de vrouw was alleen met haar kinderen te huis, zy leggen hier in de regentyd zynde er dan gras. zy hadden een vertrek zynde een ronde hut van stokken opgeset, met matten bedekt. sonder stoel of tafel
vond hier geen brood. de man was op zyn onderste plaats langs dese rivier aan het ploegen. bleven hier. pinar reed naar hem toe. wanneer de struisen jongen hebben. lopen de wyfjes om iemant als het ware er van af te lokken, als of zy aangeschoten waren fladderende met de vleugels. was gisteren hier selfs mede bedrogen.
translation
[20th July 1779]
20
Good weather. Was cold last night; light east wind. Heard hyena and jackal.
Thermometer: 38-80-60.
At daybreak heard the bleating of stock and half an hour ahead of us found that farm, which is the first between the Oliphants River and here. Sent there for some milk. The wife was alone with her children at home. They come here in the rainy season when there is grass They had one room, a round hut built of sticks and covered with mats, without a chair or table. There was no bread to be had here. The husband was ploughing on his lower farm beside the river. Stayed here. Pienaar rode over to him. When ostriches have young the females walk in such a way as to lure one away from them, beating their wings as if they have been fired at. Was myself duped in this way yesterday.