Letter to Hendrik Fagel, 10th March 1780
transcription
[Letter from R.J. Gordon to the griffier Hendrik Fagel, 10th March 1780
Nationaal Archief, Fagel archief, 10.29.2543, no 2]
[folio 2, recto]
Hoog Wel Gebore Heer
hebbe de eere gehad UWHWGb: enige brieven en enige tekeningen voor zyne doorlugtigste Hoogheid, en de heer Proffessor allaman, op diverse schepen toe te senden, hope dat deselve UWHWGb: in gesondheid geworden zyn. ook met de eerste retourvloot gemeld, dat ik den 18 Jan: deses jaars van ene sevenmaandige binnenlandsche reise geretourneerd was, onder anderen een cameleopardalis vel en skelet voor syn doorlugtigste hoogheid mede gebragt hebbende. ik ben t’ zedert door ‘t quiteren van de chef der militairen alhier, door den raad aangesteld als hooft der militie, op approbatie; neme de vryheid UWHWGb:s protectie en intercessie te versoeken; sullende altoos tragten my deselve waardig te maken. myne besigheden hinderen my alsnog, een schets van myne laatste reise te geven, dog houde deselve voor de interressantste die ik hier gedaan hebbe. de spaansche schape betreffende, heb ik het plaisier UWHWGb: te melden, dat sy al tot 13 aangegroeid zyn, en dat de wol van een lams, lam beiden hier geworpen so fyn is als die der origineelen. Sy syn selfs gesonder als de schapen van dit land. So dat hier wat groots voor onse staat uit wagte.
[verso]
houde hen nog op het robben eiland, en denke alle de eilanden er mede te peupleren, eer ik hen, buiten seer goede redenen, aan onse colonisten vertrouwen. Sal so uit hoofde van melange voor te komen, als om dat men hier te lande seer tegen korte dunne staart schapen is.
myn onderdanigste complimenten aan Mevrouw de weduwe fagel, en verdere familie, en de heer d’enand versogt te hebben, (aan welker laatsten versoeke te communiceren, dat de hoogste bergen van dit land tot de 26 gr brete omtrent de 1000 toisen hoog zyn, dus de 42 dagreisens, hoogen, moet verstaan worden in die tydt 42 dagreisens van de Caap gelegene zynde deselven 5265 voeten boven de zee) hebbe de eere my met de meeste hoogagting te noemen
Hoog Wel Gebore Heer
Uw Hoog wel Geborens
onderdanigsten en gehoorsaamsten
dienaar R:J: Gordon
de Caap de goede hoop
den 10 maart 1780
translation
[Letter from R.J. Gordon to the griffier Hendrik Fagel, 10th March 1780
Nationaal Archief, Fagel archief, 10.29.2543, no 2]
[folio 2, recto]
Your Honour
I have had the honour of sending you some letters and some drawings for his Most Illustrious Highness and Professor Allamand on various ships. And I hope that these reached your Honour in good health. I also reported with the first returning fleet that on 18th January this year I had returned from a seven-month-long journey into the interior, and brought back, among other things, a giraffe skin and skeleton for hi Most Illustrious Highness.
Since then, as a result of the resignation of the chief of the militia here, I have been appointed on approbation by the council as head of the military. I take the liberty to request your Honour’s protection and intercession, and shall always strive to make myself worth of it.
My business and occupations still hinder me from giving a sketch of my last journey, even though I consider it the most interesting that I have done here. As far as the Spanish sheep are concerned I have the pleasure of letting your honour know that they have increased to 13, and that the wool from a lamb’s lamb, both born here, is as fine as that of the originals. They are even healthier than the sheep of this country. So that I expect something great for our state from this
[verso]
I am still keeping them on Robben Island, and think to populate all the islands with them before I entrust them to our colonists without very good reason. Thus out of the principle of avoiding a mixture because in this land here people are very against sheep with short thin tails.
Having spoken my most humble compliments to my lady, the widow Fagel, and the rest of the family and Mr D'Enand (to which last I ask you to inform that the highest mountains of this country up to the 26th grade of latitude are about 1000 toison high; thus the 42 days’ journeys, high, must be understood in that time lying 42 days’ journey from the Cape being those themselves 5246 feet above the sea)
It is with the greatest regard that I have the honour call myself,
Your Honour,
Your Honour’s most humble and obedient servant
R: J: Gordon
The Cape of Good Hope
the 10th of March 1780