Search

Upper (northern) half of Gordon's great map of Southern Africa

[Because the inscriptions are many and complex, they are here transcribed from top to bottom (north to south) in columns of one or more degrees of longitude depending on their density. The longitudes are Gordon’s, with the meridian passing through the Castle of Good Hope. (The modern Greenwich meridian co-ordinates can be read on this website by using the page on which Gordon’s map is juxtaposed with Google’s Map.) The spelling of place-names often differs considerably from that used in Gordon’s journals and other writings; they are here given as written, but in the translation it has been attempted to regularise them to modern standard English or Afrikaans as appropriate. Almost all the inscriptions are in hand S3, that of the “third secretary”. The circles with which Gordon indicates the halts on his journeys are transcribed as * and farms as +]

[Between -4° and -1° degrees long.]
[at -26° lat.:]
Schaale van 13½ Duytse Mylen zijnde een Graad Lengte op dese Parallel

Groote Namaquas Huyshouding

Sand Duijnen

Vis eeters Bossmans Kraal

Strand Bosjesmans Huijshouding. zijnde Vis Eetende en Jagers Hottentotten, dese hordens bestaan mar uijt weinige Personen, Eeltende selfs de doode opgespoelde Noord-Kapers, en Zee Robben, als eene groote Lekkernij

Mond der Oranjes Rivier of Garieb dar hij uijtwaatert, 180 Roeden Rijns breed, formeerende na binnen een groote inham waaters, met eenige Sandplaten als Eijlandjes, dese Mond kan uijt Zee niet gesien worden door de Sandbanken die er voor leggen, die een Branding van wel een halve mijl van Strand maaken, so als meest, door Klippen langs dese küst, die Branding, Continuert. Dus sal selfs een kleine boot uijt Zee hier niet binnen in koomen, Schon er binnen de Mond een Sleuf van drie vadem diepte na de Noordsijde der Rivier is.

Hier aan dese twee bergjes soude men de Mond der Rivier kunnen vinden, staande alleen in een Vlakveld.

Graaf Charles Bentings zoutwatervaley *

Oliphants doodt *

Twee Gebroeders [mountains]

Lage Berge

Diepe Kloof *

In dese Inham is een diep hol dar de Zee veele Boomen uijt Oranjes Rivier ingespoeld; men vind hier 100 voet boven de Zee Versteende Schelpen

goed Water Koesaas *

Klip strand

somtijds Water in een Klip gatt

Oegarabé Gebergte

Ilheos Siccos drie drooge Eijlandjes een paar Snaphaan Schoot van de Wal, vol Robben

goed Water Hoogte

Sijper font.

Goewaap *

duijnen

Zoute Valeijen

Rhenoster Kop font. *

Kouwsie of Groote Sand Rivier

Verdoemde Kloof

Kleine Namaqua Land

langs de kust Lage Sand duijnen

Noeagarée of Leentjes Riv.

[at 30° lat.:]
Schaal van 13 Duytse Mijlen, zijnde Een Graad Lengte op dese Parallel Spoeg Riv.

[Between -1° and 0° long.]
Groote Namaqua Land

Gamma Riv.

Vis Rivier

Berg font. *

Hoender font. *

Renoster font. *

Bokke font. *

Vis Rivier meest droog met Staande Kuijlen Water

Riet Valeij *

Riet font. *

Leeuwen Rivier

Modder font. of Hoisabees *

Brak font. *

Honnaries

Goedows

Esels font.

garragas

Comps. Drifft * [in de Oranjerivier]

groote Brak font. *

Ronde Klip Berg

Hakeis font.

Platte Klip * Somtijds Water

Kleine Brak font. *

Dit sijn de Kooperbergen dewelke de Heer Gouverneur Simon van der Stell Ao 1685 in sijn presentie heefft laten bewerken

de Poort

Neigoens font. * [moeilijk leesbaar]

2265 voet Heib * graaf Water

Queek font. * of Sterke gifft

Tijger font.

Caro Rivtje *

2750 voet Silver font. *

Dit is het gebergte het geen men in de Reisbeschrijving na Siam van Vader Tachart, 48 dagreisen hoog, opgegeven heeft.

Kamies zynde in 't Hottentots gras Veld Berg. de hoogste punten 5265 voet boven de Zee. Pram Berg

F v de Hers [moeilijk leesbaar] * +

Aloes Kloof

Commas font. *

Nieukerks font. *

T Beukes +

600 Rooks font. *

Floraas Kloof *

H. Engelbregt

Pitt v den Heefer +

Capt. Noebee' Krahl

Ellboog font.

Lange Klip

Namroos Hoogte

Grabee

2080 Klip Valeij

3400 Koetsee +

leli font.

Vygemonds Berg

Oog = font. *

5265

Kloete +

Bitter Riv.

van der Westhuijs +

haries *

Groene Rivier

Westhuijsen +

Zout pan

Oliphants drift *

Swarte Doorn Riv.

Poort

Koeger font. *

boven Koegel font. *

Cari Bergen zijnde laag en meest 3 à 400 Voet boven de Zee

Brak font. *

Paddegat *

Sand Duijnen

Koegel font. *

Meerhofs Casteel *

Kleine Kooraap *

Grote Kooraap *

Eland font. *

Schuit Klip *

Zout pan

Krakeel Klip *

Eland Kraal *

Sand Duijnen

Kokoùnaap *

Soet Water Valeij *

Hooge Klip Strand

Oliphants Rivier

Salpeter of Vleermuijs Klip *

[between 0° and 1°long.]
Keerom *

Buffels Rivier

Dwaalhoek *

Patientiehoek *

Klipp Kuijl *

Riet Kuijl *

Lange Berg

Draeij Rivier

Kaikaap beteekend in het Hottentots Groote RIvier. Dese naam heeft de togtgangers en de Landmeeter Luitg. Brink Misleid, dordien sij hier niet geweest zijnde, door dese Naam de Groote Rivier of Garieb, uijt den Norden hebben gesteld te koomen, zijnde dese Kaikaap een meest drooge Rivier, en Vlak, als de Leeuwe Rivier, Loopende niet als bij Swaare donders Regens.

Brakke Kuijl *

Warm Bad

Vogel fonteijn *

Haman Rivier ook meest droog

Ababées font.

Verse drifft *

Water Caboùs

Hommas Drifft

het Bos

Karavignas *

Dorstige Kuijl

Vagevuurs Kloof

Commas *

Tabikeib meest goed water in een Klip *

Sand font. 2550 voet *

Soùbéesjes of Swart ebben hout boom font.

Cabas Rivtje *

Tafelberg

Bosjesmans Kraal

Dit Land daalt, na de Oostzijde van de Kamies Berg, weinig af, maar is alles hoog, Vlak, binnen Land, met hier en daar Klipheuvels, bijna sonder Water.

Hoog Vlak Land met hier en daar Klipheuvels, meest omtrent 2 a 3000 voet boven de Zee, en bij de Riviers oever aan weerskanten Sterk afdraagende

Hoog Vlak Land

Koebieskaùws Berg

Koongaap of Agterom Rivier

Swellengrebels font. Juff. Rijk * b

1910 Camdeni font.

Doorn Riv.

Caro op de meeste plaatsen niet veel hooger als de Zee

Zout Valeij

2520 Bokke font. * +

P Losper 2120 groen Riv. * +

Mostert +

Groote Bokke Veld

Rem Hoogte

Leeuwedans

Ati Riv.

Botanist F Masson's Riv.

Troetroe font. *

Koebée Berg

Piet van Zeijl * +

Windhoek +

Budouws Berg

Maskamma Berg

Doùwno's Riv.

Drie Gebroeders

Heere Logiments Berg

font. *

Narredouw

[Between 1° and 2° long.]
Een Soort van vaale Kwagga eenigszins Lankwerpig flauwe gestreept, dit is het Dier 't welk men in de Reis van Hop een Wit Paart noemt

Camelopardalis. In het Hottentots Keib en in het Moetjoaanaas Toeka genaamt. De Bùl en Koeij hebben een Soort van hoorens edog deeselven sijn niet hol als die der Gasellen, en vallen egter niet af, als die der Harten.

Hoog Plat Gebergte

Sullij Riv. font.

Garries *

Samoep *

Honceib somtijdts Water in een Klip *

Koning Hendrik de IV. Berg

Aiaas graaf Water *

Cameelopardalis doodt 2360 voet boven de Zee *

Naisees Klip *

De Gelukkige Val *

Agava of Kookerbooms' Vlakte

Susettes Dal hier dit Land 2460 voet boven de Zee *

Afrikaanse Rhinoster

Haùkaap of Sak Rivier

Rinoster Riv.

de Toren

Hantam's Berg 4950

de hoek F van Reenen

Vis Rivier

2420 Soet Water *

Doùwnos Riv.

A van Zeijl Akkerendam 3820 * +

H Gouws * +

Schalkwijk * +

Redent Bergje

Elandsfontein Steenkamp * +

Onder Roggeveld

Rose font. 4050

F v Wijk Vondelings font. * +

Hartebeest Riv.

Hartebeest font. * + F van [onleesbaar]

Bieseras voet pad

v Wijk * +

Klaver Valeij +

P. Nell Brak font. 3630 * +

Vis Rivier

[Between 2° and 3° long.]
Koeroemana Rivier

Gam Eij *

Koekabassi *

Keinkeis Bosjesmans Kraal

Klip Poort

Kaukeijs of Snij Kraal *

Anoe Eijs Bosjesmans Kraal

Aùkoerebis of groote Watervall *

Eerste Namaneijqua Kraal van 20 hutten leggende op een Eijland *

Tweede Namaneijqua *

Camagaqùa

Takemas *

Eintamies *

droog Rivtje

hosabées

Garieb Eyb Eijland

Sir John Macphersons Eijland

Cammagaquà of Hartebeest Rivier. Het bed deser Rivier was wel 30 Roeden Breed, dog had in geen Twee Jaren geloopen, en loopt selden, sy ontfangt het Water der Sak Rivier en agter hooge Nieuweveld, dog die loopen in Kuijlen doodt, (ook is de Evaporatie in dit drooge en Warme Land seer Sterk.), Uijtgenomen in Extraordinaire Saisoenen. Sij is bij de Groote Rivier vol Cipres boomen en Riet.

Cammadagga of hartebeest Riviertje ook droog dog loopt in donder weer Regens, en staat ... [?] [onleesbaar] Kuijlen

Nomgo: het kleinste soort van Bokken of Gasellen, in dit Land, sij houden sig in de Bossen langs het Strand der Zuijdkust en kunnen voor een soort van de grimmen van Buffon gehouden worden

[boven een tafereel met opschrift:]
Bosjesmans Huijshouding

Desen hieten sig Saana of Saanaqua, (in vorige tijden Sonquas genaamt:) en sijn onderscheiden in hordes van verscheijde Naamen. Sij worden door de Hollanders Bosjesmans en verder op, agter de Sneeuw Bergen, Chinese Bosjesmans genoemd, schoon sij, een en het selve Volk sijn, woonende in een hoog Vlak Land, meest 3 à 4000 Voet boven de Zee, met hier en daar Klipheuvels, en laage Bergen, sijnde seer schraal van hout en Water versien, en niet dan hier en daar bij Graafwatertjes en Rivier Kuijlen, die veel brak sijn, bewoont; met pol of Bosjemans gras begroeid in een Bosse Losse Klei grond met verrotte Rots vermengt. Leven van de Jagt, en al wat sij eetbaar vinden kunnen, in het veld, dus Armoedig en komen het Vee hunner Buren roven.

Groote Riet Riv.

Kleine Riet

Kaapse Gemsbok zijnde de Pasan, de bul en Koeij, hebben hoorens

[Between 3° and 4° long.]
Moetjoaanas Huijshouding

Bij dese Moetjoaanas leggen eenige afgescheidene Familien der Geisiqua, sijnde onder hen getrouwd, sij hieten sig Dousiqua, Coriqua, Kùriqua, en homma Cùriqua; dog de Kinder Siekte, dewelke uijt den Noorden komt, heerscht van Tijd tot Tijd onder dese Volkeren; dit Stuijt voor een goede wijle de Communicatie tussen hen en de Hottentotten, so Koraquas, Einiquas, als Namaquas, dordien sij dikwijls de Kinder Siekte van dese Volkeren gekreggen, en veele hunner daardoor Verlooren hebben.

Weg na de Moetjoaanaas

Verlaaten Kraal der Geisiqua *

Maager Volk Bosjemans Kraal *

Jonge Robbert Gordons Eijland *

Eerste Geisiqua of Combecoe

Moebees *

Hawtaiws

hooge Cameel doorn Boome

Ogoqua of Smal Wangen *

Klipport

hongerland *

Zee Koei dood *

Tweede deel der Geisiqua

Africaanse Buffel

Dit Dier kan ik bijna Seker Stellen een Voortbrengsel te syn van een Blauwen Gemsbok, dordien er noijt op 200 Uren rondom een diergelijken gesien is. N.B. heb seedert van de Hottentotten Vernomen, dat dit dier geen Vermengsel is, maar sig (egter met geene groote troppen) bij de Hei Garieb in het Taùbqùa Land bevind

Blauwe Bok zijnde de Tzeiren, de Bul en Koeij hebben hoorens [onder een tekening van de thans uitgestorven blauwbok]

Coedoe Bul, de Koeij heeft geen hoorens

Groote Sak Rivier

[Between 4° and 5° long.]
hoog Klip Rug

Schoonsigt *

Windhoek *

Pinaars Eijland

Verlaaten Korqùa Kraal *

Zeekoeij Lust *

Soogenaamde Chinese wilde Bosjemans Moncoboo geheten *

hoog Klip Rugens

Draaij Eijlande

Eerste Koraqùa Kraal Goeringneis geheeten *

Tweede Koraqùa Kraal *

Hoekingeis of Scorpioen Kraal *

Koraqùas Klip poort

Albaster Klip *

hakamma R.

Tweede Noekeis *

Namcam Eis *

Kora Eijs *

Koraqùa *

Dit Dier kan ik bijna seker stellen een Voortbrengsel te sijn van een Kwagga en Zebra, dordien er noijt op tweehonderd Uuren rondom een diergelijken gesien is.

Vijf brakke Water Valeijen ijder omtrent een Uur omtrek, vol Kraanen en andere Water Vogels Bos Varken geen incisiven

Caree Bergen

Caapse Eland zijnde geen Eland maar Bok de Bul en Koeij hebben hoorens

Eerste oorsprong van Gourits Rivier

Eerste oorsprong van Gamtous Rivier

[Between 5° and 6° long.]
Koeroemana Rivier

Hottentotten Taubqua Hordes

Groote Toenekoe Eijs *

Arebé Eijs *

Hey Garieb Rivier

Alhier Noe Garieb genaamt

Dese aangestipte Streek is de verdere Gesupponeerde loop der Rivier sijnde Volkoomen van de selve breete en Geboomte, daar ik aan Weerssijden aan de dubbele Streepen geweest ben.

Kaapse Kwagga Denke de Onager

Caapse wilde Paard sijnde de Zebra

Plettenbergs Rivier

De Wetts font. *

Princess Wilhelmina's font.

Wild varken heeft incisiven

Gordon's Riv.

Wonder heuvel

Tafelberg

Capt. van Heijden font. *

A Een soort van Vos, of Adive

Kraane Valeij

Steph. Smidt de Laatste plaats *

Schanse Kraal

Barend Burgers * +

Soete Riv. D. Griesel * +

Tjart van der Wald * +

Compas Berg

D. de Kooker Twee font. * +

Weduwe Venter * +

Koetseé * +

[Between 6° and 7° long.]
Moetjoaanaas Huijshouding

Oranje Rivier, na beneden bij de Inwoonders Garieb genaamt. het bed der Rivier hier 4125 Voeten boven de Zee.

Dit Water loopt in de Garieb 't welk de Groote of Oranjes Riv. is.

De Noekeis hieten de Plettenbergs Riv. Koekaip.

Buffons Rivier

Riet Reebok de Ooij heeft geen hoorens

Noeù of Caapse Wilde Beest. de Koeij heeft ook hoorens

Gordon's Keerom Bergen den 22 Novembr Ao 1777. de Mosquee

Caapse Hartebeest sijnde de Bubalie de Bul en Koeij hebben hoorens

Griffier Fagels font. *

Seits, of Dronken font. *

Ladij Campbells of Ramsay's Valeij *

T, van der Walds font. *

Schuijl hoek

Brunswijks font.

Reusen Metselwerks poort

Roode Bergen

Wilhelmina's font.

Hartebeest font. *

A van der Walds doodt

Gebergte Dwars in de Weg

Bonte Bok de Ram en Ooij hoorens

De Leeuwe poort

Rinoster Berg

Drie Soutpannen

Chinese font.

Oerebie de Ooij heeft geen hoorens

H Meintjes * +

Riet font.

Barometers Heuvel

[Between 7° and 8° long.]
[From 28 °to 29 °lat., and continuing to 12 ° long.]
Dese Natie word door de Hottentotten Birinas of Briquas genaamt, en is de geciviliseerste van allen dewelk ik in myne Reisen in het zuijder gedeelte van Africa gevonden hebbe. Birina of Briqua hiet in het Hottentots, Bokken, hebbende dese Natie vele Bokken, ruilende vooral dese Dieren, van de Hottentotten, voor ijzer, dat sy van hand tot hand van de Portugese, van de kant van Mozambique te Rio la goa krygen: synde sij seer goede smeeden.
Sy noemden mij verder Noordelijk de rivieren Khatoe, Mageenj, en Kòang: synde de laatste, naar hun seggen seer groot; warin sy met Canoos van Boomen varen; dog kon niet weeten of hij in de Wester of Ooster zee liep. dit kon wel de Rivier van Rio la Goa die op de 26 graad uitwartert, zijn: wetende dese Natie van geen zee.
Noordwaards noemden sy de hordes, Matjoencoe; Macarigari; Barrolo; Baparoeboecana; en de veersten Noordwaards; Schoenareba, Capii; dese worden door de Hottentotten, Capeticoe, genaamt, van wien sy het yser, in staaven, krijgen
Noord der Geisiqua noemden sij nog hordes Borroemana en Morroena, ten Noorden deser sou de Groote Koung Rivier sijn.
Sij hebben voormaals tot an de Oranje Rivier geleegen, dog sijn van de Hottentotten te rug gedreeven. de Hottentotten seggen dat sij dien sij niet moggen lijden, met het Eeten, onderschijn van Vrindschap, vergeeven, daar een Hottentot afkeer van heeft; sy gebruijken giftpijl en boog, als de Hottentotten, dat de andere Caffers niet doen, dog gelijk deser hebben sij ook de Knots en Assaagaaij; sij woonen in beetere hutten als de Caffers daar sij in Wandelen Kunnen, en sijn Sindelijker; Plantende even als de Natie Caffer of Guinees koorn, Tabak, meloenen, en andere vrugten. hunne Taal is een Verschillend Dialect, van de andere Caffer taal; sy hebben de selfde bijgelovigheden en toverijen, sijn ook besneeden en van de selfde statuur als de Caffers, hebbende ook de veel wijferije; dog verschillen in kleeding, bereijdende sig Hartebeest vellen als de Europeanen, dewelke sij met een Onderkleed van fijn Haarig kalfsvel draagen, en hunne schaamelheit als in een korte broek van een ander vel, het sij bok of kalfsvel, bij de balsak van die Dieren, afgeschneeden, verbergen, bindende sid dien tussen de beenen agter om het lijf toe.
Verders hebben de wijven, rokken van verscheide vellen en ook mutsen van vellen op het hooft. Ik kan met de grootste schijnbarheit, stellen, dat het geele, schraale rass menschen egter allen met wollige kroese koppen, de eene wat swarter en de andere wat witter, so door de Elevatie
van het Terrein, als Levensaart, veroorsaakt; schoon in Dialecten verdeeld, een en deselfde taal, de welke vijf à ses klappende tongslaagen heeft, spreeken, en in jagende hordes sijnde Bosjesmans of Hottentotten sonder vee, of in veehoedende hordes Hottentotten, als Groote en Kleine Namaquas, Einiquas, onderscheiden zijnde. Beginnen, omtrent Caap Negro op de 14de graad Z: B: aan de Wester Zee; en in een Diagonaal Africa doorloopen tot circa de 33: graad Z: B: aan de Oost Kust; wordende de andere zijde, door swarte Caffers bewoont, dewelke in dese streeken grooter sterker menschen sijn, de welk van de vee teelt, en een soort van landbouw leeven, egter ook liefhebers van de Jagt zijn, en mogelijk na de Linie toe, de Kleinere Negers worden.
Sij spreeken eene Soetluijdende, Mannelijke taal, sonder klappen, ook in dialect meest na de Distantie tussen de landen, so als overal, verschillende.
Eene observatie die ik overal gemaakt heb, is, dat hunnen mannen fraaije statuuren, en hunne vrouwen in het gemeen klein dog breed en sterk, met vorsse wesenstrekken, sijn: daar de Hottentotten veel schraalder sijn, en een Hottentot selden so een friss sterk kaarl is, als een Caffer, al kan hij meer ongemak verduuren en inderdaad veel taaijer is. De Hottentotten dewelke aan de Caffers en Moetjjoanaas grensen, sijn grooter en sterker als de anderen, schijnende dit door de verbastering der twee Rassen te sijn voortgekoomen Een Hottentot die vee heeft is grooter en sterker en vreedsaamer als een Bosjeman, dog die is geswinder, taaijer, sterker en couragueser; somtijds is de eene Broeder Hottentot veehoeder Geisiqua, Koraqua, of Namaaqua en de andere Broeder een Bosjeman, bij een Bosjemans kraal van de een of andere naam; en selden lang goede vrinden, schoon alle Hottentotten van een Ras syn.
Of de Binnenlandse, of andere Caffers ook in twee classen menschen, als jagers of Bosjemans, en veehoeders, onderschijden sijn, even als de Hottentotten sou ik niet seeker kunnen verseekeren, doch wel gelooven, doordien Africa op veele plaatsen de vee teeld, om de schaarshijd aan water en weijden ommoogliijk maakt, en de Jagt voor de bewoonders dier streeken, noodsaakelijk is.
Sijnde dit ook eene behaaglijke occupatie, voor die erbij opgevoed sijn, kunnende sig selden naderhand, aan een uniform still sittend leeven, daar min of meer wersamheed aan vast gehegt is gewennen:
: Dus sullen de Jaggas of Wilden bezuijden Abissinien, daar de Beschreivingen dier Landen van melden, Swarte Bosjemans kunnen sijn.

Princes Wilhelmina's Riv.

Prins Willlem de V. Berg

De fraaije Schoot

De Oranje Poort

Robertsons Strowan Bergen

Prins Willem's de V. Rivier

Wilde Berg font.

Riet Reebokke font.

Onverwagt

H. Meintjes font.

Kijk ver Berg 4425

H. de Beer's Vlakte

Durands font.

Ambassadeur Jorks font.

Gordons groene hoed font.

Graaf Bentings font.

Kijkuijt

Jagers Kloofs font.

Ver Gesigt poort

Castor

Pollux

Professor Allemans font.

Diepe drooge gragten

Schep moet poort

Sir Archibald Campbells valeij

Groenen Daal poort

Hartebeest font.

Welgevonden

Tooren van Babel

De Leeuwe poort

Bamboes Berg

Orebies Riv.

Kleine Tarka Riv.

Tantalus font.

Groote Tarka Riv.

[Between 8° and1 2° long.]
Caffers Huijshouding

[Because the inscriptions are many and complex, they are here transcribed from top to bottom (north to south) in columns of one or more degrees of longitude depending on their density. The longitudes are Gordon’s, with the meridian passing through the Castle of Good Hope. (The modern Greenwich meridian co-ordinates can be read on this website by using the page on which Gordon’s map is juxtaposed with Google’s Map.) The spelling of place-names often differs considerably from that used in Gordon’s journals and other writings; they are here given as written, but in the translation it has been attempted to regularise them to modern standard English or Afrikaans as appropriate. Almost all the inscriptions are in hand S3, that of the “third secretary”. The circles with which Gordon indicates the halts on his journeys are transcribed as * and farms as +]

[Between -4° and -1° degrees long.]
[at -26° lat.:]
Scale of 13½ German Miles, this being one degree of longitude on this parallel

Homestead of the Great Namaquas [Nama]

Sand dunes

Kraal of the fish-eating Bushmen

Homestead of the Beach Bushmen [Strandlopers] being fish-eating and hunting Hottentots. These tribes consist of only a few persons. They even eat the dead southern-right whales that are washed up, and sea-seals as a great delicacy

Mouth of the Orange, or Garieb, River where it flows into the sea, 180 Rhineland roods wide, forming a great estuary of water towards the interior with several sandbanks and islands. This mouth cannot be seen from the sea because of the sandbanks that lie before it, which cause breakers at a good half-mile's distance from the shore thus extending the breakers caused by rocks in most places along this coast. Thus even a small boat will not be able to enter here from the sea, even though there is a channel of three fathoms deep near the north side of the river.

It should be possible to find the river here, from these two small mountains standing on their own in a flat plain.

Count Charles Bentincks salt-water vlei *

Elephants’-death

The Two Brothers [mountains]

Low mountains

Diepkloof *

In this estuary there is a deep hollow into which the sea has washed many trees from the Orange River. One finds fossilised shells here 100 feet above sea level

Good water Koesaas

Stony beach

Sometimes water in the rock-hols

The Aughrabies Mountains

Ilheros Siccos, three small dry islands a few musket-shots from the shore. Full of seals

Good water. high

Syperfontein

Goewaap *

Dunes

Salt vleis

Renosterkopfontein *

Kouwsie, or Great Sand River

Verdoemdekloof

Little Namaqualand

Low sand-dunes along the coast

Noeagarée or Leentjies River

[at 30° lat.:]
Scale of 13 German miles, being one degree of longitude on this parallel Spoegrivier

[Between -1° and 0° long.]
Gamma River

Fish River

Bergfontein *

Hoenderfontein *

Renosterfontein *

Bokkefontein *

Fish River; mostly dry with ponds of stagnant water *

Rietvlei *

Rietfontein *

Leeuwrivier

Modderfontein or Hoisabees *

Brakfontein *

Honnaries *

Goedows

Eselfontein

Garragas

The Company’s Ford *

Great Brakfontein *

Rondeklipberg *

Hakeisfontein *

Platteklip * Sometimes water

Little Brakfntein *

Thes are the Koperbergen [copper mountains] which the Lord Governor Simon van der Stel had worked in his own presence in 1685.

The Defile

Neigoensfontein *

2265 feet Heib *; brack water

Queekfontein * or Strong poison

Tygerfontein

Karoo stream *

Silverfontein *; 2750 feet

This is the mountain range which is given as being 48 days’ journey high in Father Tachart’s description of his voyage to Siam.

Kamies; being a grass-plain in the Hottentot language; the highest point is 5265 above sea level.

Pramberg

F. van der Hers’s farm *

Aloeskloof

Commasfontein *

Nieuwkerksfontein *

T. Beukes’s farm

600 Rooksfontein *

Floraskloof *

H. Engelbrecht *

Peter van der Hever’s farm

Chieftain Noebee’s kraal

Ellenboogfontein

Langklip

Namrooshoogte

Grabee

2080 Klipvlei

3400 Coetzee

Leliefontein

Vygemondsberg

Oogfontein *

5365 feet

Cloete

Bitterrivier

Van der Westhuysen’s farm

Garies *

Groenrivier

Westhuysen

Salt pan

Olifantsdrift *

Swartedoornrivier *

Defile

Koegerfontein *

Bovenkoegelfontein

Karreebergen, which are low and at most 3 to 400 foot above sea level

Brakfontein

Paddagat *

Sand dunes

Koegelfontein *

Meerhofskasteel *

Little Kooraap

Great Kooraap *

Elandsfontein *

Schuitklip *

Salt pan

Krakeelklip

Elandskraal *

Sand dunes

Kokoùnaap *

Vlei with sweet water *

High stony beach

Olifantsrivier

Saltpeter or Vleermuisklip *

[between 0° and 1°long.]
Turnabout

Buffelsrivier

Dwaalhoek *

Patientihoek *

Stony pond *

Reedy pond *

Langeberg

Draairivier

Kaikaap, which means Great River in the Hottentot language. Because they had not been here, this name misled the travellers and the surveyor Brink into giving this name to the Great River or Garieb having established that it came from the north. This Kaikaap is a mostly dry river, and low, like the Leeuwrivier, and doesn’t flow except in heavy thundery weather.

Brakkuil *

Warmbad

Voëlfontein *

Hamansrivier, also mostly dry

Ababéesfontein

Versdrift *

Caboùs water

Hommasdrift

The forest

Karavignas *

Dorstkuil

Vagvuurskloof

Commas *

Tabikeib, mostly good water in a rock *

Sandfontein. 255 feet *

Soùbéesjesfontein or Black Ebonytree spring

Cabas stream *

Table Mountain

Bushmen’s kraal

This land descends a little towards the east side of the Kammiesberg, but is everywhere high, flat hinterland with stony hills here and there and almost no water
High flat land with here and there stony hills, mostly about 2 to 3,000 feet above sea-leave, and steeply declining on both sides of the river-banks

High flat land

Kebieskauws mountain

Koongaap or Agteromrivier

Swellengrebelsfontein Miss Rijk’s far,

1910 Camdenifontein

Doornrivier

Karroo; at most places not much higher than sea-level

Soutvlei

2520 Bokfontein *

P. Losper’s [Laubscher’s] farm, Groenrivier *

Mostert’s farm

Great flat veld

Remhoogte

Lions’ dance

Ati Rivier

The Botanist F. Masson’s River

Troetroefontein *

Kobéeberg

Pieter van Zyl’s farm *

Windhoek farm

Bidouwsberg

Maskammaberg

Doùwnosrivier

The Three Brothers

Heerenlogement

Spring *

Narredouw

[Between 1° and 2° long.]
A sort of dun quagga with somewhat faint oval stripes. This is the animal that is called a “white horse” in the Hop’s journal.
Camelopardalis, called Keib in the Hottentot language and Toeka in that of the Moetjoeanas. Both bull and cow have a sort of horns, although these are not hollow like those of gazelles, and are not shed as are those of deer.

High flat mountain

Sully’s River spring

Garries *

Samoep *

Honceib; sometimes water in a rock *

King Henri IV’s mountain

Aiaas buried spring *

Giraffe’s death; 2360 feet above sea-level *

Naiseesklip *

The Happy Valley *

Agave or Quivertree Plain

Suzette’s Valley; here this land is 2460 feet above sea-level *

African Rhinoceros

Haùkaap or Sakrivier

Rinosterrivier

The Tower

Hantamsberg; 4950 feet

De Hoek; F. van Renen

Fish River

2420 feet; Sweet water

Doùwnos River

A. van Zyl’s farm Akkerendam; 3820 feet

H. Gouw’s farm

Schalkwijk’s farm *

Redentberg hill

Elandsfontein, Steenkamp’s farm *

Lower Roggeveld

Rosefontein. 4050 feet

F. Van Wyk’s farm Vondelingsfontein *

Hartebeestrivier

Hartebeestfontein; farm of F. van [illegible] *

Bieseras footpath

Van Wyk’s farm *

Klavervlei farm

P. Nell’s farm, Brakfontein *; 3630 feet

Fish River

[Between 2° and 3° long.]
Koeroemanarivier

Gam Eij *

Koekabassi *

Bushman kraal: Keinkeis

Klippoort

Kaukeijs or Snykraal *

Bushman kraal: Anoe eijs

Augrabies or great waterfall *

First Namaneiqua kraal of 20 huts situated on an island *

The second Namaneiqua kraal *

Camaguaùa

Takemas *

Eintamies *

Dry stream

Hosabées

Garieb Eyb Island

Sir John Macpherson’s Island

Cammagaquà or Hartebeestrivier. The bed of this river was a good 30 roods wide, yet it had not flowed for two years, and flows but seldom. It receives its water from the Sakrivier and from behind the high Nieuweveld, though these simply form stagnant pools except in extraordinary weather (and in this dry hot land evaporation is also strong). Near the Great River it is full of Cypress trees and reeds.
Cammadagga or Hartebeest stream; also dry, yet it flows in thundery rainfall; and there are [illegible] ponds
Nomgo: the smallest type of buck or gazelles in this land. They inhabit the forests along the beaches of the south coast and can be taken for a species of Buffon’s grim [wild goat] Bushman homestead.
These call themselves Saana or Saanaqua (in earlier times called Sonquas) and are divided into tribes with separate names. By the Dutch they are called Bushmen, and further up, behind the Sneeubergen, “Chinese Bushman”, even though these are one and the same people, living in a high flat land, mostly 3 to 4000 feet above sea-level, with here and there stony koppies and low mountains, being very scantily provided with wood and water, and only occasionally at inhabited excavated springs and river-ponds which are very brack; and the land vegetated with tufty or Bushmen’s grass in a loose clay ground mixed with broken rock. They live from the chase and anything edible that they can find in the veld; thus poor and they come and steal the cattle of their neighbours.

Great Rietrivier

Little Rietrievier

Cape gemsbock, being the “pasan”; the bull and cow both have horns.

[Between 3° and 4° long.]
Homestead of the Moetjoeannas [Bechuanans].
Several distinct families of the Geisiqua live with these Moetjoeanas, having intermarried with them. They call themselves Dousiqua, Coriqua, Kùriqua, and homma Cùriqua. However the smallpox rages from time to time among these peoples. This hindered communications between them and the Hottentots, that is Koraquas, Einiquas and also the Namaquas, because they often caught the smallpox from these peoples and have lost many of their tribesmen because of it.

Road to the Moetjoeaanas

Abandoned kraal of the Geisiqua *

Kraal of the skinny Bushmen *

Young Robert Gordon’s Island *

First Geisiqua or Combecoe

Moebees *

Hawtaiws *

High camelthorn trees

Ogoqua or narrow cheeks *

Klippoort

Hungerland *

Dead hippopotamus *

Second part of the Geisiqua

African buffalo

This animal I can almost certainly identify as being a hybrid of a blue gemsbuck, because similar animals are never seen for 200 hours journey from here. N.B. I have subsequently learned from the Hottentots that this animal is not a mixture, but (though in no great quantities) is found at the Hei Garieb in the Taùbquà land.

Blaauwbok, being the Tzeiren, both bull and cow have horns.

Kudu bull; the cow has no horns

Great Sakrivier

[Between 4° and 5° long.]
High stony ridge

Schoonsigt *

Windhoek *

Pienaar’s Island

Abandoned Korquà kraal *

Hippo’s delight *

Moncoboo, so-called Chinese Bushman savages *

High stony ridges

Turn Islands

The first Koraqùa kraal, called Goeringneis *

Second Koraqùa kraal *

Hoekingeis, or Scorpion Kraal *

Koraqùasklip defile

Alabasterklip *

Hakamma River

Second Noekeis *

Nacam Eis *

Kora Eis *

Koraqùa *

This animal I can almost certainly identify as a hybrid of a quagga and a zebra, because nothing similar is to be seen for two-hundred hour’s journey around here

Five brack-water vleis, each about an hour’s travel in circumference, full of cranes and other water-fowl

Bush pig; no incisors

Carree mountains

Cape Eland, being no Eland but an antelope; the bull and cow both have horns

First source of the Gourits River

First source of the Gamtous River

[Between 5° and 6° long.]
Koeroemana River

Taubaqua Hottentot tribes

Great Toenekoe Eijs *

Arebé Eijs *

Hey Garieb river

Here called Noe Garieb

This dotted area is the supposed further course of the river, having the same width and vegetation on both sides of the double stripes, where I have been

Cape quagga; I think it the onager

Cape wild horse, being the zebra

Plettenburg’s River

De Wet’s spring *

Princess Wilhelmina’s spring

Wild pig; has incisors

Gordon’s River

Wonderheuvel

Table Mountain

Capt. Van Heijden’s spring *

A: A type of fox, or adive

Kraanvlei

Stephanus Smit, the last farm *

Schansekraal

Barend Burger’s farm *

Soetrivier; D. Griesel’s farm *

Tjart van der Walt’s farm *

Kompasberg

D. De Kooker [?De Kock]’s farm, Tweefontein *

The widow Venter’s farm *

Coetzee’s farm *

[Between 6° and 7° long.]
Moetjoeanana Homestead

Orange River, named Garieb lower down by the indigenous peoples. The bed of the river is here 4125 feet above sea-level

This water flows into the Garieb, which is the Great, or Orange, River The Noekeis call the Plettenberg River the Koekaip

Buffon’s River

Rietbuck; the ewe has no horns

Gnu, or Cape wildebeest. The cow also has horns

Gordon’s turnaround-mountain, of 22nd November 1777

The Mosque

Cape Hartebees, being the Bubalis; the bull and cow both have horns

Griffier Fagel’s spring *

Seits, or Drunken spring *

Lady Campbell’s or Ramsay’s vlei *

Tjart van de Walt’s spring 8

Schuilhoek

Brunswick’s srping

Giants’s masonry defile

Roodeberg range

Wilhelmina’s spring

Harbebeestfontein *

Death-place of A. van der Walt

Dwars-in-de-weg mountains

Bontebok; ram and ewe both have horns

The Leeuwpoort

Rinosterberg

Three salt pans

Chinese spring

Oribi; the ewe has no horns

H. Meintjes farm *

Rietfontein

Barometer hill

[Between 7° and 8° long.]
[From 28 °to 29 °lat., and continuing to 12 ° long.] This people is called Birinas or Briquas by the Hottentots, and is the most civilised of all that I have found in my travels in the southern part of Africa. Birina or Briqua means goats in the Hottentot language, this people having many goats; and the barter these animals with the Hottentots for iron, which they get from hand to hand from the Portuguese on the Mozambique coast at Rio la Goa. They are very good blacksmiths.
They told me the names of the rivers further in the north: Khatoe, Mageenj, and Kòang, the last being very great according to them, in which they navigate in canoes made of trees. Yet they do not know if it flows into the eastern or western ocean. This could well be the river of Rio la Goa which enters the sea at the 26th degree, this people having no knowledge of the sea.
Northwards they name the tribes: Matjoencoe, Macarigari, Barrolo, Baparoeboecana, and the furthest north, Choenareba, Capiii. These tribes are called Capeticoe by the Hottentots, from whom they get the iron in bars.
They named yet more tribes north of the Geisiqua, the Borroemana and Morroena; and to the north of these the Great Koung River should be found.
They earlier inhabited the lands up to the Orange River, but were driven back by the Hottentots. The Hottentots say that they didn’t want the annoyance of the food given to them under the cloak of friendship, which they had an aversion to.
They use poisoned arrows and a bows, like the Hottentots, which the other Caffres do not; yet like these they also have knobkerries and assegais. They live in better huts than the Caffres, in which they can walk around; and they are cleaner of habit. Like the Caffre peoples they plant Caffre- or guinea-corn, tobacco, melons and other fruits. Their language is a differing dialect from the other Caffre language; they have the same superstitions and witchcraft; they are also circumcised and of the same stature as the Caffres, also practising polygamy; yet they differ in clothing: they cure hartebeest skins in the same way as Europeans, which they wear with underwear of fine-haired calfskin; and they hide their genitals, as with short pants, with another skin, be it goat or calfskin, cut from the scrotum of the animals which they bind between the legs and behind the body.
Further, the women have dresses of different hides, and also caps of hide on their heads. It is with the greatest certainty that I can propose that the yellow, slender race of people, all of them with woolly curly heads, and the one a bit blacker and the other a bit whiter, have a manner of life that is brought about by the elevation of their terrain; and although they are divided by dialects, they speak one and the same language, which has five or six tongue-clicks; and they can be separated into the hunting tribes (whether Bushmen or Hottentots) without livestock, and the stock-keeping tribes of Hottentots such as the Great and Little Namaquas and the Einiquas. They begin around Cape Negro on the western ocean at the latitude of 14 degrees south , and go through Africa in a diagonal down to about the 33 degree of latitude south on the east coast, the other side being inhabited by black Caffres, who are larger and stronger people in these areas, who cultivate cattle and live from a sort of agriculture, though are also lovers of hunting, and who possiblu become the “Little Negroes” as one approaches the equator.
They speak a sweet-toned manly language, without clicks, and also in dialects which differ the most according to the distance between their lands, as happens everywhere. One observation that I have made in all places is that their men are of good stature and their women in general small yet broad, and strong with strongly delineated features, while the Hottentos are much scrawnier; and that a Hottentot is seldom such a well-made strong lad as a Caffre, even though he can endure more discomfort and is indeed much tougher. The Hottentots that border on the Caffres and Moetjoeanas are larger and stronger than the others, something that apparently comes about through the mixing of the two races. A Hottentot who keeps livestock is larger and stronger and more peaceful than a Bushmen, though the latter is quicker, tougher and more courageous; sometimes one brother a Hottentot a pastoralist, Gesiqua, Koraqua or Namaqua, and the other brother a Bushman at a Bushmen’s kraal of one or other denomination, and seldom good friends for long, even though all Hottentots are of a single race.
Whether the other Caffres and inhabitants of the hinterland are also divided into two classes of people, such as hunters or Bushmen and pastoralists, as the Hottentots are, I cannot say with certainty; though I believe it to be so, because the scarcity of water and pastures makes the cultivation of livestock impossible in many places in Africa, and hunting is necessary for the inhabitants of these areas. As this is also an enjoyable occupation for those who have been brought up to it, they can seldom accustom themselves later to a uniform, still and stable life to which more or less works is attached.
Thus the Jaggas or savage to the south of Abyssinia , as they appear in the descriptions of those lands, could be black Bushmen.

Princess Wilhelmina’s River

Prince Willem V’s Mountain

The Good Shot

Oranjepoort

Robertson Strowan Mountains

Prince Willem V’s river

Wildebergfontein

Rietbokfontein

Onverwagt

H. Meintjes spring

Lookout mountain

H. de Beer’s plain

Durand’s spring

Ambassador Jork'a spring

Gordon’s Green Hat spring

Count Bentinck’s spring

Lookout

Jagersklooffontein

Vergesigt defile

Castor

Pollux

Professor Allamand’s spring

Deep dry channels

Take heart defile

Sir Archibald Campbell’s vlei

Groendalpoort

Hartebeestfontein

Welgevonden

Tower of Babylon

The Leeupoort

Bamboesberg

Oribi’s river

Little Tarka River

Tantalusfontein

Great Tarka River

[Between 8° and 12° long.]
Caffres’ homestead

Object data

  • Place: Cape of Good Hope
  • Date: 1777-1795
  • The inscriptions are almost all in hand S3, which suggests that it may be an unfinished fair copy of the map on which Gordon himself worked. Gordon evidently attempted to include as much of the information he had collected during his residence in Cape Town and on his travels as possible on this map, the accuracy of which can be judged on in the section of this website where it is juxtaposed with the modern GoogleMap. In a letter to Fagel Gordon lament that he had been unable to do much work on the map during the the Anglo-Dutch war of 1780-84; and it is probable that his 5th Journey, on which he was able to use his new Ramsden quadrant which arrived from London after the cessation of hostilities, was undertaken to check the co-ordinates of geographical features. None of the inscriptions on the map can be dated to after 1786.

  • Size: h 91.5 cm × w 203 cm
  • Object nummer: RP-T-1914-17-3-A