[Hand G:]
aftekening van een gedeelte van een wyfjes Hyena, dewelke men aan de caap de goede hoop in overvloed vind, en aldaar tygerwolven genaamt worden, met het vertelsel dat zy het ene jaar man en het andere vrouw zyn.
na drie dieren in July 1777 te hebben onderzogt hebbe dezelven voor Hyenas gekent, dog derzelver kenmerken, van een zak onder de staart vier klaauwen aan de voeten zo voor als agter, dog desselvs postuur en couleur verschild veel met de plaat van Buffon,
desselfs teeldelen, die nergens duidelyk geobserveerd vinde, zyn zekerlyk zo zeldzaam geformeert, dat die ligt een, in die zaken niet geoeffende, zou bedriegen, kunnende men dit zonderlinge dier, niet dan met verwondering, over de differente schikkingen der nature, beschouwen.
[Hand G:]
drawing of a part of a female hyena, which are found in abundance at the Cape of Good Hope, where they are called tiger-wolves, with the myth that they are male one year, female the next.
After having examined three of these animals in July 1777, I identified them as hyenas, though they have the same hallmarks, with a sack under the tail, four claws on both feet front and rear, yet their general posture and colour differ greatly from the plate in Buffon.
Their genitals, which I have never found accurately described, are certainly formed in such an unusual way, that they could easily deceive someone who is not practised in these matters. One can only look at this exceptional animal with amazement about the different orders of nature.