Journals

Fifth Journey (MS 107/4)

13th December 1785


transcription

[13th December 1785]
13 dings

reden met den dag met wagen en 8 paarden al langs de berg rivier af en arriveerden na twe en een half uur fris rydens aan de mond, vonden mijn wagen uitgespannen, dog wat te ver, sond er na toe en liet hem by de sogenaamde ijsere poort
n. b. een opening in eenige lage duinen
250 roeden benoorden de mond die 200 tre breed is (aan ieder zyde met sand banken beset) uitspannen, vertrok na over syde met de schuit van losper, die al voor ons enige lekkere steenbrasems gevangen had, en liet myn observatorium opslaan.

schoon weer weste wind
term 75 ­ 86 ­ 80

hier waren seer vele watervogels, vooral duikers en kropgansen (Pelicanen)

translation

[13th December 1785]
13 Tues<

At daylight rode off in the wagon with its eight horses along the Berg River and after two and a half hours’ brisk riding arrived at the mouth. Found my wagon outspanned but a little too far off. Sent to them and told them to outspan at the so-called Ijsere Poort (N.B. a gap in some low dunes). This is 250 roods to the north of the mouth which is 200 paces wide and fringed with sandbanks on each side.
Left for the other side in Losper’s boat, which had already caught some delicious steenbras for us and ordered my observatory to be erected.

Fine weather. Wind west.
Thermometer: 75-86-80.

There were many waterfowls here, especially cormorants and pelicans.